Inhoudsopgave
Wat is een optisch ijle stof?
Wat is een optisch ijle stof? Een doorzichtige stof waar het licht zich het snelst voortplant. Er is meer ruimte tussen de deeltjes.
Hoe groter de Brekings index van de stof waar de lichtstraal op valt?
Hoe groter de brekingsindex is, des te sterker het licht wordt gebroken. De brekingsindex van een stof is altijd groter dan 1 (één) en meestal kleiner dan 2 (twee). Opvallend is de sterke lichtbreking bij diamant. Licht gedraagt zich (bijna) gelijk in lucht en vacuüm.
Wat is een optische ijle Middenstof?
als de snelheid van het licht is stof B kleiner is dan is stof A. De waarde van de invalshoek, overeenstemmend met een brekingshoek van 90° wordt grenshoek genoemd. – de lichtstraal wil overgaan van een optisch dichtere naar een optisch ijlere middenstof. – de invalshoek is groter dan de grenshoek.
Hoe breekt een prisma licht?
Bij breking van een lichtstraal die op een glazen prisma valt kan men waarnemen dat er kleurspreiding optreedt. We zien dan een kleurenspectrum. De deviatie (richtingsverandering) bij breking is afhankelijk van de golflengte. Het prisma is dus in staat het witte licht te scheiden in alle afzonderlijke delen.
Wat is een invallende lichtstraal?
Dubbele breking = Het verschijnsel dat een invallende lichtstraal wordt gesplitst in twee gebroken stralen. normaal = denkbeeldige lijn, loodrecht op een (spiegel)oppervlak getekend. De hoek tussen de invallende lichtstraal en de normaal heet de hoek van inval.
Wat gebeurt er met een lichtstraal als hij van een stof met een kleine dichtheid naar een stof met een grotere dichtheid gaat en omgekeerd?
De lichtstralen bewegen zich voort in een rechte lijn, zodra het licht van de ene stof door de andere stof gaat wordt het licht gebroken, doordat het een andere snelheid krijgt. De verandering van snelheid hangt af van de dichtheid van de stof.
Hoe teken je een normaal?
1 – teken als het nodig is de lichtstraal door tot aan de spiegel. 2 – teken door het punt waar de lichtstraal de spiegel raakt een lijn loodrecht op het spiegel oppervlak. Deze lijn heet de normaal. 3 – meet de hoek tussen de lichtstraal en de normaal.