Inhoudsopgave
Wat betekent gevlucht?
gevlucht – Werkwoord 1. voltooid deelwoord van vluchten gevlucht – Bijvoeglijk naamwoord 1. van een persoon of dier dat hij of zij ergens weggegaan is uit angst voor iets of iemand ♢ De voor het vuur gevluchte dieren moesten de rivier over zwemmen.
Wat is een ander woord voor vluchtelingen?
iemand die vlucht of gevlucht is uit een ander land enz. 1) Apatride 2) Asielzoeker 3) Balling 4) Displaced person 5) Loper 6) Ontheemde 7) Ontsnapte 8) Refugié 9) Soort zwerver 10) Statenloze 11) Uitgewekene 12) Vervolgde 13)…
Wat is een ander woord voor vluchten?
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: vluchten (ww): aan de haal gaan, de benen nemen, de wijk nemen, ervandoor gaan, het hazenpad kiezen, op de vlucht slaan, uitwijken, vlieden, weglopen, wegrennen, wegvluchten.
Wat is vluchten in de verleden tijd?
De verleden tijd van vluchten is ‘vluchtte’. Het voltooid deelwoord is ‘is gevlucht’.
Wat is de verleden tijd van vluchten?
vluchten/vervoeging
| vervoeging van de bedrijvende vorm van vluchten | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs | lang | |
| tegenwoordig (o.t.t.) | vlucht | vluchten |
| verleden (o.v.t.) | vluchtte | vluchtten |
| toekomend (o.t.t.t.) | zal vluchten | zullen vluchten |
Wat betekent aan de aandacht ontsnappen?
niet opgemerkt of begrepen worden 1) Aan de aandacht ontsnappen 2) Aan iemand ontkomen 3) Aan iemands oog ontsnappen 4) Aan waarneming ontsnappen 5) Begeven 6) Geen erg hebben in 7) Missen 8) Niet terecht…
Wat is ontsnappen?
ontsnappen – Werkwoord 1. ergatief aan gevangenschap, dreigende gevangenneming of ander gevaar ontkomen ♢ Zij ontsnapten ternauwernood aan de neerstormende lawine. Woordherkomst Afgeleid van snappen (betrappen) met het voorvoegsel ont-.
Hebben of zijn gevlucht?
Vervoeging met ‘zijn’ Top (3) De vermoedelijke dader is gevlucht. (4) Gelukkig was ik op tijd weggegaan/vertrokken. (5) Het is een prachtig boek geworden. Meer voorbeelden zijn: aankomen, komen, ontsnappen, rijzen, sterven, stijgen, vallen, verdwijnen, vergrijzen, verschijnen, voortkomen, wegsmelten.
Is vluchten een werkwoord?
vluchten – regelmatig werkwoord uitspraak: vluch-ten 1. snel weggaan om te ontkomen ♢ deze mensen zijn gevlucht voor de oorlog Regelmatig werkwoord: vluch-ten ik vlucht jij/u vlucht…