Hoe komt een medicijn aan zijn naam?

Hoe komt een medicijn aan zijn naam?

„Een medicijn heeft altijd twee namen: een stofnaam en een merknaam”, legt Bart van der Lelie van farmaceutisch bedrijf Scheringh-Plough uit. De merknaam is de naam van een medicijn zoals wij het kennen; een korte naam die makkelijk te onthouden is en die lekker in het gehoor ligt.

Waarom hebben medicijnen moeilijke namen?

De ingewikkelde namen zijn dus de namen van de chemische stoffen in het medicijn. Vaak hebben medicijnen ook nog een merknaam. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de anticonceptiepil.

Is Ventolin een merknaam?

Het is op recept verkrijgbaar onder de merknamen Airomir, Ventolin, Salamol Steri-Neb en als het merkloze Salbutamol. Het is te verkrijgen in inhalatiepoeder, inhalatievloeistof, inhalatiespray (aerosol).

Welke medicijnen krijgen een hoofdletter?

Merknamen van medicijnen krijgen wel een hoofdletter: Nasonex, Nattermann, Parnate, Seretide, Seroxat, Sterilon, Tamiflu, etc. Vaak bevatten die medicijnen een of meer werkzame stoffen, die dan weer met kleine letter worden geschreven. Zo bevat Seroxat de werkzame stof paroxetine en Seretide de stoffen salmeterol en fluticason.

Hoe schrijf je een naam met een hoofdletter?

De eerste letter van een naam Voor- en achternamen schrijf je met een hoofdletter. Tussenvoegsels schrijf je met een kleine letter, tenzij er geen voornaam of voorletter voor staat, in dat geval krijgt het eerste tussenvoegsel een hoofdletter. Initialen schrijven we ook met hoofdletters.

Welke woorden krijgen een hoofdletter?

Ook een hoofdletter krijgen woorden als: Eskimohut, Berberse kleding en Vikingboot. Deze regel gaat alleen op als je verwijst naar een volk of een persoon die tot dat volk behoort. Bedoel je een religie (bijvoorbeeld het jodendom), of een aanhanger daarvan (een jood), dan krijgt het woord een kleine letter, net zoals christen, moslim en hindoe.

Wat is een hoofdletter in het Nederlands?

Het is bekend dat je in het Nederlands elke zin begint met een hoofdletter. Eigennamen van personen, dieren, plaatsnamen of instanties en bedrijven schrijf je altijd met een hoofdletter. Juist is dus ‘Jan de Vries’, ‘de Rijn’ en ‘Restaurant De Fransche Slag’.