Inhoudsopgave
Welke bloedcellen zorgen voor bloedstolling?
Voor een goede stolling zijn bloedplaatjes (thrombocyten) en stollingseiwitten (stollingsfactoren) nodig. De bloedplaatjes worden door het beenmerg gemaakt. De stollingsfactoren worden door de lever gemaakt en circuleren in het bloed.
Wat te doen bij een bloedstolling?
In de praktijk wordt de stolling tegengegaan op twee manieren: Door inname van bloedplaatjesremmers, zoals aspirine: dit gaat de bloedstolling slechts in beperkte mate tegen. Het verhindert dat de bloedplaatjes aan elkaar kleven en remt zo de vorming van een bloedklonter.
Wat zijn de bloedcellen in het lichaam?
Het lichaam kent drie soorten bloedcellen met name erytrocyten (rode bloedcellen of rode bloedlichaampjes), leukocyten (witte bloedcellen of witte bloedlichaampjes) en trombocyten (bloedplaatjes). De vorming van zowel de rode als witte bloedcellen als de bloedplaatjes gebeurt in het beenmerg, het zacht weefsel in de botten.
Hoe wordt de bloedstolling geïnitieerd?
In het lichaam wordt de bloedstolling geïnitieerd door de extrinsieke route. De uitgescheiden weefselfactor noemt men Tissue Factor (TF), factor III of weefsel tromboplastine. In de intrinsieke route start de stollingscascade bij factor XII (XII). Dit molecuul bindt aan negatief geladen oppervlaktes zoals kaoline, elaginezuur en dextraansulfaat.
Wat is bloedaandoeningen?
Bloedaandoeningen, ook gekend als hematologische aandoeningen, zijn acuut of chronisch. De meeste bloedaandoeningen zijn erfelijk, maar tal van factoren leiden tot verworven bloedstoornissen. Voorts treden sommige bloedaandoeningen reeds bij de geboorte op, terwijl andere stoornissen pas op latere leeftijd tot uiting komen.
Hoe gebeurt de behandeling van bloedziekten?
De behandeling van bloedziekten gebeurt door een hematologist. Dit is een arts die zich gespecialiseerd heeft in patiënten met bloedstoornissen. De prognose van bloedziekten varieert en is afhankelijk van het type van de bloedaandoening.