Waar hoort het sprongbeen bij?
Het sprongbeen (talus of astragalus) is een bot van de enkel dat in de menselijke anatomie het been, voornamelijk het scheenbeen, verbindt met de voet. De vorm die het botje heeft, maakte dat het vroeger wel als een soort dobbelsteen werd gebruikt in kansspelen, een bikkel.
Welke band ondersteunt de voetwortel?
De vereiste stevigheid en kracht worden verzorgd door de bindweefselbanden die opgebouwd zijn uit sterke collagene vezels. Deze banden, ligamenten genaamd, verbinden de voetwortel met het onderbeen, de voetwortelbeenderen onderling, de middenvoet met de voetwortel en de middenvoetsbeenderen onderling.
Wat is de functie van de voetwortelbeentjes?
De voetwortel bestaat uit zeven beenderen: het sprongbeen of kootbeen, het hielbeen, het scheepvormig been, het teerlingbeen en de drie wigvormige beenderen. Het sprongbeen rust op het hielbeen en vormt samen met het scheenbeen en kuitbeen het enkelgewricht. Het hielbeen is het grootste voetwortelbeen.
Hoe worden de voetwortelbeentjes ook wel genoemd?
De voetwortelbeenderen of ossa tarsi zijn de botten in de voet, gelegen tussen het scheenbeen (tibia) en het kuitbeen (fibula) enerzijds en de vijf middenvoetsbeentjes (één voor elke teen) anderzijds. De botjes bij elkaar worden tezamen ook wel voetwortel of tarsus (van het Griekse ταρσός, voet(zool)) genoemd.
Wat is het sprongbeen?
Het sprongbeen is het bot dat het been verbindt met de voet. Zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant van het sprongbeen (talus) kan het kraakbeen beschadigen.
Hoeveel voetwortelbeentjes heeft de mens?
De botten in de voet De tarsus, de voetwortel, bestaat uit 7 voetwortelbeentjes. Het skelet van de middenvoet De middenvoet, ookwel Metatarsus genoemd, bestaat uit 5 middenvoetsbeentjes. De latijnse naam voor middenvoetsbeentjes is Ossa metatarsalia.
Wat is vingerkootjes?
Elke vinger bestaat uit drie kleine botten, de vingerkootjes (alleen de duim heeft er maar twee). De vingerkootjes noemt men (vanaf de hand naar boven): basiskootje, middenkootje en eindkootje. Tussen deze vingerkootjes zitten kleine scharnieren (gewrichten) die er voor zorgen dat de vinger kan buigen en strekken.