Inhoudsopgave
Kun je Saturnus vanaf de aarde zien?
Saturnus is van de zon af gerekend de zesde planeet in het zonnestelsel en op Jupiter na de grootste. Beide zijn gasreuzen en zogenaamde ‘buitenplaneten’. Saturnus is vernoemd naar de Romeinse god van de landbouw, Saturnus. Saturnus is vanaf de aarde met het blote oog zichtbaar en al sinds de prehistorie bekend.
Kan je Saturnus met het blote oog zien?
Vier van deze planeten zijn goed met het blote oog te zien: Mars, Jupiter, Saturnus en Venus. Ze lijken op grote sterren, maar het verschil is dat je ze niet ziet knipperen.
Waar staan Saturnus en Jupiter?
De reuzenplaneten Jupiter en Saturnus zijn op dit moment goed te zien aan de hemel. Beide object staan na zonsondergang in het zuidoosten. Jupiter is verreweg het helderst van de twee, al zijn ze beiden nagenoeg even groot. Saturnus staat echter verder weg dan Jupiter, en lijkt daarom minder helder.
Welke planeet is vanavond te zien?
Planeten vannacht:
Planeet | Zichtbaar | Schemering |
---|---|---|
Mars | Ochtend | In ochtendschemer 5° boven OZO horizon |
Jupiter | Onzichtbaar | In ochtendschemer 1° onder O horizon |
Saturnus | Ochtend | In ochtendschemer 6° boven ZO horizon |
Uranus | Avondschemer | In avondschemer 15° boven W horizon |
Wat kun je niet met het blote oog onderscheiden?
Door de grote afstand worden de lettertjes zo klein, dat meerdere letters op één netvliescel kunnen vallen. Hierdoor kunnen de letters niet meer afzonderlijk onderscheiden worden en zien we ze als één zwart geheel. Een bacterie bijvoorbeeld is absoluut niet met het blote oog te zien.
Waar kan ik Saturnus vinden?
Saturnus bevindt zich op 10,5 AE (1565 miljoen km) van de Aarde, circa 6% verder weg dan gemiddeld. De planeet oogt hierdoor 6% kleiner en staat 12% zwakker dan gemiddeld aan onze hemel. Zie de pagina Vannacht aan de hemel om te zien wat er vannacht nog meer te zien is aan de sterrenhemel.
Waar staat mijn Saturnus?
Saturnus stond in de jaren 1929-1932, 1958-1961 en 1988-1991 in Steenbok en zal daar opnieuw staan van 2017-2020. Deze perioden kenmerken zich door politieke herstructureringen en herbezinning op maatschappelijke doelen.