Hoe vermenigvuldig je uit je hoofd?

Hoe vermenigvuldig je uit je hoofd?

Twee lange getallen handmatig of uit hoofd vermenigvuldigen

  1. Stap 1: laatste getal 5*1 = 5;
  2. Stap 2: voorlaatste getal = 4*1+5*9 = 49, oftewel de 9, de 4 bewaren we en hebben we nu 95;
  3. Stap 3: 4+3*1+4*9+5*8 = 83, oftewel de 3, de 8 bewaren we en hebben we nu 395;

Hoe doe je 11 maal 11?

11×11=121. Is een vermenigvuldiging zo te controleren: 1+1(11)+1+1(11)=4.

Hoe kun je sneller rekenen?

Leer de tafels van vermenigvuldiging uit je hoofd. Hierdoor zal je veel sneller eenvoudiger deelopgaven uit kunnen rekenen van een complexer rekenprobleem. Zijn je tafels van vermenigvuldiging wat roestig, leer ze dan weer tot je alle eencijferige keersommen uit je hoofd kent.

Hoe kan je makkelijk hoofdrekenen?

Deze methode gaat in drie stappen: Vermenigvuldig de laatste cijfers van de twee getallen met elkaar. Dit is het laatste cijfer van je antwoord. Vermenigvuldig het eerste cijfer van een van de getallen met het laatste cijfer van de ander, en het laatste cijfer ervan met het eerste cijfer van de ander.

Hoe moet je vermenigvuldigen zonder rekenmachine?

Bijvoorbeeld: 426 x 39 =? Zet de twee getallen onder elkaar, met de rechterkant recht onder elkaar. H = Honderdtallen, T = Tientallen, E = Eenheden….

  1. Tel de cijfers van het eerste getal bij elkaar op.
  2. Doe hetzelfde met het tweede getal.
  3. Doe hetzelfde met de berekende uitkomst.

Hoe kan ik vermenigvuldigen?

  1. Tel de cijfers van het eerste getal bij elkaar op. In dit voorbeeld is de uitkomst 12 (stap 1).
  2. Doe hetzelfde met het tweede getal. Via 11 (stap 1) kom je op 2 (stap 2).
  3. Doe hetzelfde met de berekende uitkomst. Je komt via 15 (stap 1) op het cijfer 6 (stap 2).
  4. Doe tot slot de berekening 3 x 2 = 6 (zie stap 3).

Hoe moet je cijferen maal met kommagetallen?

Doe zo’n som in meerdere stappen:

  1. Let bij de eerste stap niet op de komma. 144 x 2 = 288.
  2. Tel nu hoeveel cijfers er in totaal achter de komma staan: – bij 1,44 staan twee cijfers achter de komma. – bij 0,2 staat één cijfer achter de komma.
  3. Zet bij het antwoord ook drie cijfers achter de komma: 1,44 x 0,2 = 0,288.

Hoe hoofdrekenen oefenen?

Oefen regelmatig met je kind op snelheid, je zult zien dat hoofdrekenen steeds makkelijker en sneller gaat! Geef een kind bij moeilijke tafels een zgn. anker. Dat is een ezelsbruggetje waardoor je kind deze (moeilijke) som kan onthouden.