Hoe gebruik je een spirometer?

Hoe gebruik je een spirometer?

Het onderzoek wordt gedaan met een spirometer. Op de spirometer zit een mondstuk. Hierdoor ademt u lucht in en blaast u lucht uit. De computer meet hoeveel lucht u maximaal kunt inademen en uitademen en hoe snel u dat kunt.

Hoe meet je de longfunctie?

De meeste longfunctieonderzoeken bestaan uit blaastesten. Hierbij ademt u via een mondstuk dat verbonden is met een longfunctieapparaat. U krijgt een klemmetje op uw neus, zodat u goed door uw mond (en dus door het apparaat) ademt. Het onderzoek doet geen pijn, maar kan wel vermoeiend zijn.

Wat kun je meten met een spirometer?

Spirometers worden gebruikt voor een medisch onderzoek met de naam “spirometrie”. In deze meting worden de functies van je longen gemeten door gebruik te maken van de spirometer. Zowel bij huisartsen als bij uitgebreide longfunctieonderzoeken worden de spirometers regelmatig gebruikt.

Op de spirometer zit een mondstuk. Hierdoor ademt u lucht in en blaast u lucht uit. De computer meet hoeveel lucht u maximaal kunt inademen en uitademen en hoe snel u dat kunt.

Wie neemt een longfunctietest af?

De longfunctietest kan bij je huisarts worden uitgevoerd, maar ook in het ziekenhuis, of een speciaal laboratorium. Een longfunctietest is een soort blaastest. Deze wordt ook wel spirometrie genoemd. De arts weet door deze test hoe goed je longen werken en of er sprake is van vernauwing van je luchtwegen.

Wat is een Spirogram?

Een spirogram is een longfunctietest. Met deze test kunnen wij vaststellen hoeveel lucht jij kunt in- en uitademen en met welke snelheid. Ook meten wij de inhoud van je longen.

Hoeveel procent moet je longinhoud zijn?

FEV1/FVC of de Tiffeneau-index is de verhouding van de twee vorige parameters. Normaal zal iemand 70 tot 80% van zijn vitale capaciteit kunnen uitademen tijdens de eerste seconde van een geforceerde uitademing; PEF of de expiratoire piekstroom meet de maximale hoeveelheid lucht die je in één minuut kunt uitademen.

Wat moet je doen bij een longfunctie-test?

Hoe gaat de test?

  1. U krijgt een klem op uw neus.
  2. U zit rechtop.
  3. De praktijkondersteuner of de verpleegkundige vraagt u om diep in te ademen, en dan zo hard en zo veel mogelijk uit te blazen.
  4. Deze meting moet minstens 3 keer.
  5. Bij uw eerste longfunctie-test moet u daarna een medicijn inademen.

Welke Longonderzoeken zijn er?

Longonderzoeken

  • Pleurapunctie.
  • Bronchoscopie.
  • Longfunctie-onderzoek.

Welke longfunctietesten zijn er?

Reeks van testen om de functionele beperkingen van uw longen in kaart te brengen, zoals spirometrie, diffusie, arteriële punctie, 6 minuten wandeltest…

Hoe meet je de vitale capaciteit?

Spirometrie/flow-volume meting Bij spirometrie en flow-volume meting wordt de vitale capaciteit van uw longen gemeten; hoeveel lucht kunt u maximaal in- en uitademen? Daarnaast meten we de doorgankelijkheid van uw luchtwegen (éénsecondewaarde) en hoe hard u kunt uitblazen (peakflow).

Welk volume kan niet gemeten worden met een spirometer?

Na de volledige expiratie rest er nog steeds wat lucht in de longen, die niet kan uitgeblazen worden. Dit is het residuele volume (RV). De volledige longcapaciteit bestaat dus uit RV + (F)VC. Met spirometrie is het onmogelijk dit RV te meten: meer gesofistikeerde testen zijn hiervoor nodig.

Wat is een goede longinhoud?

Zo ademt een gezonde patiënt tussen 70 en 90% van de FVC uit in de eerste seconde van de test. Maar in de praktijk gaat men vaak verder kijken wanneer de FEV1 minder dan 80% is van de totale lucht die iemand kan uitademen (de FVC). Er kan dan wat aan de hand zijn, zoals bijvoorbeeld astma).