Welke M&M zijn het lekkerst?
De M&M test
# | Merk | Gekocht bij |
---|---|---|
1 | Choco pinda | Jumbo |
7 | Choco pinda’s festival | Jumbo |
3 | M&M’s Peanut | Albert Heijn |
6 | AH Basic Chocolate Peanuts | Albert Heijn |
Hoe komt de M op een M&M?
“M&M’s” staat voor “Mars & Murrie’s”, genoemd naar de uitvinders van M&M’s: Forrest Mars en Bruce Murrie. De snoepjes kwamen in Nederland in begin jaren 60 als Treets (met pinda’s) en Bonitos (zonder pinda’s) op de markt, maar in 1983 werden deze namen gewijzigd in respectievelijk ‘M&M’s Pinda’ en ‘M&M’s Choco’.
Wat zijn de normale M&Ms?
In Nederland worden M&M’s in vier varianten op de markt gebracht: een versie bestaande uit pinda’s in melkchocolade, met daaromheen een krokant gekleurd suikerlaagje, een versie zonder pinda’s, een versie met extra veel cacao en een versie met gepofte rijst.
What is the verb zijn?
Verbs might not be the most exciting part of a language but they are one of the most important. With that in mind, today we will take a look at the verb zijn, which means to be. Here are some examples of the verb at work: Ik ben de lerares. (I am the teacher.) Zij zijn Nederlanders. (They are Dutch.) Zij is een meisje. (She is a girl.)
What is the difference between De Bal and de zijn?
zijn (intransitive) To be, to exist. Zijn of niet zijn, dat is de vraag. (transitive, copulative) Used to connect a noun to an adjective that describes it. De bal is rond. (transitive, auxiliary) Used to form the perfect tense of the active voice of some verbs, together with a past participle.
What does zij zijn Nederlanders mean?
(I am the teacher.) Zij zijn Nederlanders. (They are Dutch.) Zij is een meisje. (She is a girl.) The conjugation of the verb zijn is irregular, just like in English.
What is the difference between hebben and Bal?
( transitive, copulative) Used to connect a noun to an adjective that describes it. De bal is rond. The ball is round. ( transitive, auxiliary) Used to form the perfect tense of the active voice of some verbs, together with a past participle. Note: The perfect tense of most other verbs is formed using hebben. Hij is hier geweest. He has been here.