Inhoudsopgave
Wat gebeurt er als je ademt?
Wat gebeurt er in je lichaam als je ademhaalt? Je ademt zuurstof in en je ademt koolstofdioxide uit. De zuurstof komt door je neus of mond via je luchtpijp in je longen. Vanuit je longen gaat de zuurstof je bloed in en komt van daaruit overal in je lijf.
Hoe kunnen we ademen?
Bij ademhaling stroomt er lucht naar een van de longen. Waarbij zuurstof vanuit de lucht wordt opgenomen in het bloed en koolstofdioxide wordt afgegeven aan de lucht. De zuurstofarme en koolstoolstofdioxiderijke lucht wordt vervolgens weer uitgeademd door de neus of mond.
Hoe bereken je de ademfrequentie?
Tel de ademhalingen.
- Laat de persoon rechtop zitten.
- Gebruik een stopwatch om een minuut te timen.
- Als je de persoon vertelt dat je zijn of haar ademhaling gaat meten gaan ze vaak onbewust anders ademhalen.
- Als je weinig tijd hebt, kan je de ademhalingen binnen 15 seconden tellen en dan met 4 vermenigvuldigen.
Wat is een ademhaling?
Onder de ademhaling verstaan we het proces van inademig en uitademig waarbijzuurstof wordt opgenomen in het lichaam en waarbij koolstofdioxide wordt afgegeven. Via de ademweg kan er verse lucht in del ongen stromen; de inademig. De ademhalingsorganen hebben tot taak: zuurstof uit de lucht opnemen
Wat is een afwijkende ademhaling?
Afwijkende ademhaling 1 cheyne-stokesademhaling 2 agonale ademhaling (gasping) 3 hyperventilatie (te veel ademhalen) 4 wheezing (piepende ademhaling) 5 reutelende ademhaling 6 apneu (ademhalingsstilstand) 7 dyspneu (moeilijk ademhalen) 8 snurken 9 respiratoire stridor 10 kussmaul-ademhaling
Wat is een ademhalingsstelsel?
Ademhalingsstelsel (mens) Het ademhalingsstelsel is het orgaansysteem bij de mens dat dient voor de gaswisseling: het uitwisselen van zuurstof (O2) en koolstofdioxide (CO2). Het bestaat uit de neus, de mond, de luchtpijp, de luchtpijpvertakkingen en de longen, w.o. de bronchioli en longblaasjes of alveoli.
Hoe ontstaat de lucht tijdens de ademhaling?
Tijdens de ademhaling wordt de lucht door neusharen vrijgemaakt van stofdeeltjes. De fijnere deeltjes zoals bacteriën, schimmelsporen of virussen blijven kleven in het slijm dat zich op de oppervlakte van neusholte, luchtpijp en bronchiën bevindt. Daarnaast wordt door het slijmvlies de lucht vochtig gemaakt en verwarmd.