Wat betekent geen hoogvlieger zijn?

Wat betekent geen hoogvlieger zijn?

Als je van iemand zegt dat hij of zij geen hoogvlieger is, wil dat zeggen dat het geen bijzonder talentvol persoon is. Het is aan de andere kant ook geen opvallende dommerik. Geen hoogvlieger zijn betekent dus ‘gemiddeld zijn, niet in positieve zin opvallen’.

Wat wordt bedoeld met een hoogvlieger?

naamw. (m.) Uitspraak: [ˈhoxflixər] Verbuigingen: hoogvlieger|s (meerv.) iemand die heel intelligent is Voorbeeld: `Het gaat niet zo goed op school, maar hij is nooit een hoogvlieger geweest.

Wat betekent olie op het vuur gooien?

Olie op het vuur: de zaak erger maken Als je olie op het vuur giet, doe of zeg je iets waardoor de gemoederen extra verhit raken. Net zoals een vuur hoog oplaait als je er olie op gooit, kan een meningsverschil ontaarden in een ruzie als iemand per ongeluk of expres iets verkeerds zegt of doet.

Welke sierduiven vliegen veel?

De Nederlandse Hoogvlieger is van oorsprong een Amsterdams ras. Hij werd daar de ‘kaalpoot’ genoemd. Tegenwoordig wordt hij in heel het land en ook daarbuiten gehouden. Sinds de jaren 30 wordt er met deze duif geshowd.

Wat betekent als klap op de vuurpijl?

betekenis & definitie. D.w.z. een mooi eind, de kroon op het werk; ook iets dat de deur toe doet; in tooneeltaal: het hoogste effect (Onze Volkstaal III, 254). Vgl.

Kunnen sierduiven vliegen?

“Daarnaast kunnen sierduiven gewoon niet terugvliegen. Ze blijven een beetje hangen bij de plek waar ze worden losgelaten en worden heel snel voer voor katten of roofvogels.”

Wat is een steentje?

o. -s; kleine steen: zegsw. ook een steentje bijdragen, ook iets bijdragen, ook een duit in het zakje doen; op de kleine steentjes lopen, het voetgangerspad, zijplaveisel.

Wat is de betekenis van gaaf?

gaaf – bijvoeglijk naamwoord 1. heel en compleet ♢ deze appel is nog gaaf 2. heel erg goed of leuk ♢ wat een gaaf nummer is dat! Bijvoeglijk naamwoord: gaaf is gaver…

Waar komt klap op de vuurpijl vandaan?

Afgelopen week werd in de media een filmpje verspreid van een jong paar dat tussen de schappen in een supermarkt was getrouwd. Een ‘je-van-het-feestje’, zo prees de taalcreatieve bruidegom de huwelijksvoltrekking, die hij voorts typeerde als ‘de klapper op de vuurpijl’.