Inhoudsopgave
Waarom is het zenuwstelsel een conductor?
Het zenuwstelsel vormt de schakel tussen receptor en effector. Daarom noemen we het zenuwstelsel een conductor of geleider omdat het informatie in het lichaam doorgeeft en een coördinerende functie vervult. -axon met myelineschede en eindigend op eindknopjes:vervoert impulsen van het cellichaam weg.
Wat betekent vegetatief zenuwstelsel?
Het vegetatieve of autonome zenuwstelsel regelt, samen met het hormonale stelsel, de vegetatieve functies van het lichaam. Het bestaat uit een orthosympathisch en een parasympathisch systeem. Sommige organen worden door beide en andere door een van beide systemen verzorgd.
Wat is de taak van het zenuwstelsel?
Het zenuwstelsel is een netwerk van cellen dat informatie kan opnemen en verwerken. Het verbindt alle delen van het lichaam met elkaar. Via dit netwerk wordt informatie van de hersenen naar andere delen in het lichaam gestuurd en omgekeerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het centraal en het perifere zenuwstelsel.
Welke functies hebben de Conductoren?
De conductoren in de regelkring zijn de zenuwcellen. Er zijn motorische en sensorische zenuwen verantwoordelijk voor het transporteren van de impulsen door het lichaam.
Wat zijn aandoeningen aan het zenuwstelsel?
Aandoeningen aan het zenuwstelsel. Ziekten van het zenuwstelsel en de zintuigen zijn ziekten die de hersenen, het ruggenmerg, de zenuwen en de zintuigen treffen. De meest voorkomende ziekten van het zenuwstelsel worden hieronder beschreven. Parkinson : Mensen met de ziekte van Parkinson hebben te weinig dopamine in hun hersenen.
Wat is de indeling van het zenuwstelsel?
Indeling zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel (CNS): hersens + ruggengraat Perifere zenuwstelsel (PNS): schedelzenuwen en ruggengraatzenuwen, sensorische receptoren, zenuwen, ganglia en plexuses Somatisch zenuwstelsel: geleidt actiepotentialen van het CNS naar skeletspieren.
Wat zijn de functies van het zenuwstelsel?
Functies van het zenuwstelsel. Sensorische input: Sensorische receptoren ontvangen externe en interne stimulansen, resulterend in bewuste belevingen (zicht, geur, pijn) en onbewuste (bloed pH, bloeddruk) Integratie: de hersens en de ruggengraat zijn de hoofdorganen bij het proces van sensorische input en het teweegbrengen van responsen.