Inhoudsopgave
Waarom bestaat de vee-industrie?
Iedereen moest goedkoop en voldoende voedsel kunnen kopen. Ook vlees. Om dit te bereiken, werd de veeteelt steeds verder geïntensiveerd en werden de dieren steeds meer als levenloze objecten behandeld. De vee-industrie was geboren.
Welke problemen veroorzaakt de vee-industrie voor mensen en welke voor dieren?
Jaarlijks worden in Nederland vele miljoenen dieren geslacht, waarvan driekwart voor de export. De bio-industrie heeft ernstige gevolgen voor mens, dier en milieu. Door het grootschalige gebruik van antibiotica worden mensen en dieren sneller ziek. Oerwouden worden gekapt om soja voor veevoer te produceren.
Hoe is de vee-industrie ontstaan?
Na de Tweede Wereldoorlog komt de bio-industrie in Nederland van de grond. Nederlanders verdienen in deze tijd steeds meer en hebben daardoor het geld om vaker vlees te eten. Dat vlees moet ergens vandaan komen en de boeren vergroten hun bedrijven.
Wat is er mis met de bio industrie?
De bio-industrie produceert met zo min mogelijk tijd, geld en moeite zo veel mogelijk kilo’s vlees, melk of eieren. Dat levert miljarden op. Tegenstanders maken zich zorgen over de leefomstandigheden van de dieren en de gevolgen voor het milieu.
Wat zijn de alternatieven andere mogelijkheden voor de vee-industrie?
Terwijl we de intensieve veehouderij langzaam verduurzamen, moeten we ook goed nadenken over (plantaardige) alternatieven voor vlees en zuivel. In Nederland hebben we de ‘Vegetarische Slager’ die heerlijke vleesvervangers verkoopt. In de toekomst is kweekvlees een alternatief.
Hoe lang leeft een slachtvarken?
Vleesvarkens worden na 6-8 maanden al geslacht en zeugen vaak al na 2 jaar, omdat ze dan economisch niet meer rendabel zijn. In het wild worden varkens echter makkelijk 10-15 jaar en zijn er gevallen bekend van 20-25 jaar. In Nederland halen dus de meeste varkens hun eerste levensjaar niet.
Welke dieren worden er in de Nederlandse vee industrie gehouden?
In ons land worden jaarlijks meer dan 400 miljoen landbouwhuisdieren gehouden. Het gaat om varkens, koeien, kippen, schapen, geiten, eenden, kalkoenen, konijnen, nertsen en vissen. Ruim 95% leeft in de vee-industrie, waar ze tegen zo laag mogelijke kosten zoveel mogelijk vlees, eieren, melk of bont moeten produceren.
Wat is de tegenhanger van bio-industrie?
Vanaf 2009 gebruiken dierenwelzijnsorganisaties de term “bio-industrie” niet meer. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen de term verwarren met de biologische veehouderij, een vorm van veehouderij waarbij de dieren juist meer ruimte hebben en buiten komen. De organisaties bedenken daarom een nieuwe term: vee-industrie.
Wat te doen tegen bio-industrie?
- 1 Eet geen buitenlandse dierlijke producten.
- 2 Koop niet bij bedrijven, die het welzijn of de rechten van dieren koud laten.
- 4 Protesteer tegen vergunningen voor bio-industrie.
- 5 Schrijf naar kranten en tijdschriften.
- 6 Protesteer bij de Reclame Code Commissie.
- 7 Steun organisaties tegen de bio-industrie.