Hoe ga je te werk bij het afwegen van een vloeistof?

Hoe ga je te werk bij het afwegen van een vloeistof?

Wat ik dan wel eens doe is de liters wegen op een weegschaal. Ik ga er dan vanuit dat elke milliliter ongeveer 1 gram weegt. Als je dan een mengkom op je weegschaal zet, kun je de vloeistof er gewoon bijgooien zonder dat je eerst hoeft af te meten in de maatbeker. Dit is dus geen exacte methode, maar wel heel handig!

Hoe meet je de massa van een vloeistof?

Je kan voor de massa bijvoorbeeld gram of kilogram gebruiken en voor het volume kubieke meter of kubieke centimeter….De formule om de dichtheid te berekenen is p=m ÷ v.

  1. p is de dichtheid.
  2. m is de massa.
  3. V is het volume.

Wat is de formule van vloeistofdruk?

Toelichting: vloeistofdruk berekenen met een formuleBewerken : druk (in N/m2 ofwel Pa) h {\displaystyle h} : hoogte/diepte (in m) ρ {\displaystyle \rho }

Hoe bereken je massa water?

1 ton = 1000 kg ! V = l * b * h Volume = lengte x breedte x hoogte LET OP geen dm met cm vermenigvuldigen. Stand van het water aflezen , voorwerp onderdompelen en dan weer de stand van het water aflezen.

Hoe kun je volume meten?

Volume: twee manieren:

  1. Gewoon uitrekenen. V = l * b * h Volume = lengte x breedte x hoogte LET OP geen dm met cm vermenigvuldigen. V = oppervlakte x hoogte. Je hoeft niet de opp te.
  2. Onderdompelen. Stand van het water aflezen , voorwerp onderdompelen en dan weer de stand van het water aflezen. Het verschil is het volume.

Hoe bereken je volume in mL?

Het volume van een regelmatig voorwerp bereken je met de formule: volume = lengte · breedte · hoogte of V = l · b · h.

Hoe bereken je de druk uit?

Dit geef je aan in newton (of N). Dus druk p = F/A. Je krijgt dan kracht per oppervlakte uit. Als je de druk zo berekent krijg je het antwoord in pascal (Pa).

Hoe bereken je de druk van een gas?

Hoe bereken je druk?

  1. F staat voor kracht (“force”). Dit geef je aan in newton (of N).
  2. A staat voor oppervlakte (“area”). Let op: in vierkante meters of m2.
  3. Dus druk p = F/A.