Wat is het verschil tussen que en CUAL?

Wat is het verschil tussen que en CUAL?

In principe moet welk(e) vertaald worden met cuál en wat met qué.

Wie wat waar wanneer Spaans?

Spaanse Vraagwoorden

Nederlands Spaans
wie quién
waar dónde
wat qué
waarom por qué

Wie Wat Waar in het Frans?

Gewoon het wie, wat, waar en wanneer ervan. Juste le qui, quoi, quand.

Hoe stel je je zelf voor in het Spaans?

Hoe stel je jezelf voor in het Spaans. Net zoals in het Nederlands gebruik je in het Spaans om jezelf te introduceren en vragen te stellen aan iemand die je niet kent, en waarbij je dus enige afstand wil bewaren, de formele vorm. In dit geval dus “usted” (enkelvoud u) of “ustedes” (meervoud u).

Hoe stel je jezelf voor in het Spaans?

Jezelf voorstellen

Nederlands Spaans
Hoe heet je? ¿Cómo te llamas?
Wat is jouw naam? ¿Cuál es tu nombre?
Ik heet … Me llamo …
Ik ben … Soy …

Hoe maak je een vraag in het Frans?

Een vraagwoord leidt een open vraag in. De meest gebruikte Franse vraagwoorden zijn qui, que, quoi, quel, où, quand, pourquoi, combien, comment. Je kan op twee manieren vragen stellen met een vraagwoord: 1) Het vraagwoord leidt de zin in en wordt gevolgd door inversie.

Wat zeg je op Como estas?

Hola Teresa, ¿cómo estás? Goed, dank je. En hoe is het met jou? Bien, gracias.

Hoe maak je een zin in het Spaans?

Zoals in het Nederlands, een veel voorkomende woordvolgorde in het Spaans is Onderwerp + werkwoord + (rest van de zin), zoals in onderstaande voorbeelden:

  1. Structuur: Onderwerp + werkwoord + rest van de zin.
  2. Nederlands: Pedro + werkt + in de bibliotheek.
  3. Spaans: Pedro + trabaja + en la biblioteca.

Hoe spreek je iemand aan in het Spaans?

Onderstaand geven we de meest gebruikte Spaanse begroetingen die u kunt gebruiken tijdens een ontmoeting. ¡Hola! ¡Buenos días! ¡Buenas tardes!

Hoe maak je een Futur Simple?

In het Nederlands wordt de futur simple de onvoltooid toekomende tijd (OTT) genoemd. Wij gebruiken het werkwoord ‘zullen’ om de OTT te vormen: ‘Wij zullen na de lockdown een feestje bouwen. ‘ De OTT bestaat dus uit twee werkwoorden: ‘zullen bouwen’.