Waarom worden aardbevingsgolven afgebogen?

Waarom worden aardbevingsgolven afgebogen?

Aardbevingsgolven worden in de aarde afgebogen door een geleidelijke variatie van de voortplantingssnelheid met de diepte en gebroken of gereflecteerd door plotselinge veranderingen van deze snelheid, bijvoorbeeld op de kern-mantelgrens.

Wat is een aardbeving?

Aardbeving. Een aardbeving is een trilling of schokkende beweging van de aardkorst . Aardbevingen vinden plaats als er in de aardkorst plotseling veel energie vrijkomt. De energie plant zich dan in een golfbeweging vanuit het centrum naar de omgeving voort.

Wat is de schade van een aardbeving?

De schade van een aardbeving is niet overal het zelfde. Er zijn namelijk bepaalde factoren die de schade beïnvloeden. Enkele factoren die invloed hebben op de schade zijn: Diepte van de beving, soort ondergrond, aantal huizen en mensen in het gebied, kwaliteit van de huizen.

Hoe ontstaan aardbevingen?

Aardbevingen ontstaan als de platen zich verder van elkaar verwijderen of tegen elkaar aan botsen of schuren. Aardbevingen ontstaan langs de rand van deze platen als de spanning die in de aardkorst wordt opgebouwd te hoog wordt. De platen kunnen zich terugtrekken, tegen elkaar botsen of langs elkaar schuren.

Hoe wordt een aardbeving veroorzaakt?

Hoe wordt een aardbeving veroorzaakt, gemeten en wat zijn de gevolgen ervan? Een aardbeving kan door twee verschillende factoren veroorzaakt worden: 1. Natuurlijke factor. Door het schuiven van tektonische platen langs of tegen elkaar ontstaan er trillingen in de aarde die tot een aardbeving kunnen leiden. 2. Menselijke factor.

Wat reizen de golven in de aarde?

Er zijn twee soorten golven die in de aarde zelf reizen om uiteindelijk weer aan het aardoppervlak te komen: de P-golven of primaire golven en de S-golven of secundaire golven. De P-golven reizen net zoals het geluid: door materie in de aarde samen te drukken en uit elkaar te trekken.

Wat is de sterkte van een aardbeving?

De sterkte van een aardbeving wordt uitgedrukt in magnitude en intensiteit. De magnitude geeft de sterkte van de aardbevingsbron aan. De intensiteit geeft de effecten aan van een beving op een bepaalde plaats aan het aardoppervlak. Een aardbeving heeft dus slechts één magnitude, maar vele intensiteiten.