Hoe schrijf je een lesplan?

Hoe schrijf je een lesplan?

Hoe gebruik je het formulier?

  1. Bepaal het doel van de les.
  2. Bedenk welke voorkennis je zou mogen verwachten.
  3. Bedenk welke begrippen of vaardigheden je leerlingen minimaal moeten leren in deze les.
  4. Bedenk met welke werkvormen je de stof gaat overbrengen.
  5. Bedenk ook welke opdrachten moeten worden gemaakt.

Wat is de leerinhoud?

Een leerinhoud is een verzameling van leerobjecten die op hun beurt één onderwerp op één manier uitleggen. Zij kunnen bestaan uit tekst, beelden, hyperlinks, maar ook uit audio, video of animaties, al dan niet met interactie.

Hoe ziet een lesvoorbereiding eruit?

Een lesvoorbereiding is een schriftelijke neerslag van dat denkproces. Eerst bespreken we de essentiële elementen die een lesvoorbereiding bevat (1). Daarna komen de opeenvolgende lesfasen aan de beurt (2), gevolgd door uitleg over twee soorten van lesopbouw (3).

Wat is een Lesopzet?

Het is een schematische beschrijving van het gewenste verloop van een les. Deze lesvoorbereiding geeft antwoord op de vragen: Wat leren de leerlingen in deze les? (lesdoelen) Hoe wil ik dat bereiken? (werkvormen)

Hoe bouw je een les op?

Opbouw van je les

  1. Structuur van de les op bord. Schrijf de onderwerpen en de leerdoelen van je les op het bord.
  2. Aandacht richten en voorkennis activeren.
  3. Geven van informatie.
  4. Checken of de belangrijkste vaardigheden zijn overgekomen.
  5. Instructie geven op zelf en/of samen leren.
  6. Huiswerk.
  7. Afronding van de les.

Waarom het directe instructiemodel?

Directe instructie is een leraargestuurd model om kennis over te dragen en vaardigheden aan te leren. Het model wordt vooral gebruikt in het primair onderwijs, maar ook in het voortgezet onderwijs.

Wat is het verschil tussen leerdoel en leerinhoud?

Leerdoelen geven aan wat een student moet kennen/kunnen op het einde van een leersituatie (les, practicum, sessie,…). Het geeft de student een aanduiding welk onderwerp (leerinhoud) op welk niveau (kennis, inzicht,…) gekend moet zijn op het einde van de les.