Hoe de bloedstroom in het hart loopt?

Hoe de bloedstroom in het hart loopt?

De klep tussen de rechterboezem en -kamer opent en het bloed stroomt naar de rechterkamer. Het hart pompt het bloed via de rechterkamer en de longslagader naar de longen. In de longen geeft het bloed koolzuur af en neemt het zuurstof op. Dit zuurstofrijke bloed stroomt door de longaderen terug naar het hart.

Hoeveel kleppen heeft de aortaklep?

De aorta- en de pulmonaalklep bevinden zich op de plaats waar het bloed het hart verlaat. Ze worden de halvemaanvormige kleppen genoemd omdat ze bestaan uit drie slippen, de cuspes, die elk de vorm van een halve maan hebben.

Hoe groot is de aortaklep?

De maximaal normale diameter van de aortawortel en het aansluitende opstijgende deel (de aorta ascendens) is 40 mm. Hierbij houden we rekening met het postuur. 40 mm is wijd voor een tenger persoon, maar normaal voor een groot persoon.

Wat is de bloedsomloop?

Bloedsomloop. Bloed moet voortdurend stromen om zuurstof en voedingsstoffen naar organen en weefsels te transporteren. Het bloed neemt zuurstof op in de longen, stroomt via het hart en de slagaders naar de kleinste bloedvaten, de haarvaten, en staat daar zuurstof af aan het omringende weefsel.

Wat zijn de kleppen van het hart?

Het hart bevat verschillende hartkleppen ter voorkoming van het terugstromen van het bloed. Om deze functie te vervullen, kunnen de kleppen de bloedstroom tussen de hartboezems en de hartkamers, en tussen de hartkamers en de slagaders, afsluiten. De kleppen bestaan uit materiaal van het endocard, de eerste laag van de hartwand.

Hoe stroomt het bloed uit de slagaders?

Het bloed stroomt in de slagaders altijd van het hart af. Meestal bevat een slagader zuurstofrijk bloed. Uitzondering zijn de slagaders die vanuit de rechterhelft van het hart naar de longen leiden, en waar zuurstofarm bloed door stroomt. Slagaders hebben spiercellen in hun wanden waardoor die kunnen samentrekken om de bloedstroom te regelen.

Hoe stroomt het bloed naar de longen?

Het bloed neemt zuurstof op in de longen, stroomt via het hart en de slagaders naar de kleinste bloedvaten, de haarvaten, en staat daar zuurstof af aan het omringende weefsel. Op zijn weg terug neemt het bloed afvalstoffen mee.