Inhoudsopgave
Welk syndroom wordt opgespoord door middel van de hielprik bij pasgeborenen?
Het bloed uit de hielprik wordt onderzocht op een schildklierziekte, bijnierziekte, sikkelcelziekte, taaislijmziekte en een aantal stofwisselingsziektes. Het RIVM biedt informatie over de ziektes die opgespoord kunnen worden met de hielprik.
Hoe gehoor baby testen?
Tijdens de gehoortest krijgt uw kind een klein, zacht dopje in het oor. Via dit dopje wordt een zacht knetterend geluid het oor in gestuurd. Een gezond oor reageert hierop door geluidjes te maken. Een kleine microfoon in het dopje vangt deze reactiegeluidjes op.
Hoe lang resultaat hielprik?
Na de hielprik wordt het bloed naar een laboratorium gestuurd. Daar wordt het bloed onderzocht op een aantal ziekten. De uitslag van de hielprik is binnen vijf weken bekend. Ouders worden altijd over de uitslag van de hielprik geïnformeerd.
Wat wordt er getest met de hielprik?
Bloedonderzoek hielprik In een laboratorium wordt het bloed onderzocht op een aantal zeldzame ziektes. Bijvoorbeeld een ziekte van de schildklier of bijnier, een vorm van bloedarmoede (sikkelcelziekte) en een aantal stofwisselingsziekten. De meeste daarvan zijn erfelijk.
Welke ziektes worden getest met hielprik?
Het bloed van de hielprik wordt onderzocht op: – een ziekte van de schildklier, – een ziekte van de bijnier, – een vorm van bloedarmoede (sikkelcelziekte), – een ziekte van de longen (taaislijmziekte of cystic fibrosis), – een aantal stofwisselingsziektes. De meeste daarvan zijn erfelijk en komen niet vaak voor.
Hoeveel ziektes bij hielprik?
Bijna alle pasgeboren baby’s in Nederland krijgen de hielprik. Daarmee wordt hun bloed onderzocht op 19 ernstige, maar behandelbare ziektes. In de periode tot 2022 wordt het aantal ziektes in de hielprik uitgebreid tot 31.
Welke ziektes spoort de hielprik op?
Hoeveel ziektes spoort de hielprik op?
Sinds 1 maart 2021 zijn er 25 ziekten die de hielprik opspoort: 18 stofwisselingsziekten; een andere woord hiervoor is metabole ziekten; 2 hormoonstoornissen: adrenogenitaal syndroom ( AGS ) en congenitale hypothyreoïdie ( CH );