Inhoudsopgave
Wat is vezelrijk en koolhydraatarm?
Vezels zijn plantaardige deeltjes in voeding die niet verteerd worden door het lichaam. Ze behoren wel tot de koolhydraten, maar toch hoef je vezels niet te vermijden tijden het koolhydraatarme dieet. Ze zijn namelijk erg gezond voor je lichaam en zonder vezels raken je darmen verstopt. Vezels zijn dus erg gezond.
Wat is het verschil tussen koolhydraten en vezels?
Voedingsvezels zijn eveneens een vorm van koolhydraten maar worden in tegenstelling tot suikers en zetmeel niet verteerd in de dunne darm en bereiken intact de dikke darm.
Kan je zonder vezels?
Vezelarme voeding wordt meestal voorgesteld bij ontsteking van de dikke darm, zoals bij diverticulitis. Uw lichaam verteert dan geen voedingsvezels. Door de inname van vezels te beperken, gaan er minder onverteerde voedingspartikels door de dikke darm en hebt u minder stoelgang.
Wat zijn de verteerbare koolhydraten in voedingsmiddelen?
In voedingsmiddelen zitten verteerbare koolhydraten en niet-verteerbare koolhydraten. Verteerbare koolhydraten kan het lichaam opnemen en gebruiken als energiebron. Monosachariden en koolhydraten die in de dunne darm kunnen worden afgebroken tot monosachariden vallen onder de verteerbare koolhydraten.
Waar komen voedingsvezels vandaan?
Voedingsvezels komen vooral uit de celwand van planten. Belangrijke bronnen van vezels zijn groente, fruit, aardappelen, volkorenbrood, ontbijtgranen, peulvruchten en noten. Bij het malen van graankorrels tot bloem of het pellen van rijst, wordt een groot deel van de vezels verwijderd.
Wat zijn koolhydraten in de Gezondheidsraad?
De gezondheidsraad adviseert dat wie gezond wil eten, 40 tot 70% van zijn energie uit koolhydraten haalt. Koolhydraten leveren per gram 4 kilocalorieën. Dat is minder dan vet (9 kilocalorieën) en evenveel als eiwit.
Waarom zijn koolhydraten effectiever dan vetten?
In het algemeen geldt dat koolhydraten effectiever zijn voor prestaties dan vetten, omdat voor de verbranding van koolhydraten minder zuurstof nodig is. De voorraad koolhydraat in de vorm van glycogeen in het lichaam is echter beperkt. Bij langdurige inspanning moet het lichaam daarom al snel vetten gaan gebruiken.