Wat is een manier?

Wat is een manier?

manier – zelfstandig naamwoord uitspraak: ma-nier 1. hoe het gebeurt of hoe je het moet doen ♢wat is de beste manier om een appel te schillen?

Wat is het synoniem van manier?

aanpak, benadering, handelwijze, manier, methodiek, optreden, procedure, procedé, systeem, systematiek, tactiek, werkwijze, wijze. vorm (zn) : code, erecode, gedragscode, conventie, fatsoen, formaliteit, manier, manieren, omgangsvorm, omgangsvormen, plichtpleging.

Wat betekent hetzelfde als betekenen?

eender, enerlei, gelijk, idem. als synoniem van een ander trefwoord: gelijk (bn) : corresponderend, dergelijk, dezelfde, één, eender, hetzelfde, identiek, overeenkomstig, soortgelijk.

Wat betekent ongeveer hetzelfde als strikt?

strikt (bn) : consequent, consistent, koppig, nauwgezet, nauwkeurig, onbuigzaam, onkreukbaar, onverbiddelijk, onverzettelijk, precies, rigide, rigoureus, scherp, standvastig, star, streng, stringent.

Wat betekent de manier waarop?

waarop bijwoord Uitspraak: [war’ɔp] 1) op dat wat is genoemd of op dat waar je naar verwijst Voorbeelden: `Waar baseer je dat op?`, `De stoel waarop je zit, is niet stevig. ` 2) na dat wat is genoemd of na dat waar je naar verwijst Voorbeel…

Hoe schrijf je manieren?

Let op: Spelling van 1858 wijs van handelen, zoo wel in zeden als gebaren. In de beel dende kunsten, de bijzondere wijs van werken, die aan elken kunstenaar eigen is; in de schoone wetenschappen, de schrijfwijs of stijl. Manieren, (muz.)

Hoe je het moet doen synoniem?

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: doen (ww): bedrijven, begaan, beoefenen, betrachten, bewerken, bewerkstelligen, bezigen, effectueren, flikken, gedragen, handelen, maken, optreden, plegen, realiseren, uitrichten, uitvoeren, verrichten, vervullen, zich gedragen.

Wat is een ander woord voor bijvoorbeeld?

bijvoorbeeld (bw): bijv., onder andere, zo, zoals, zoals daar zijn.

Wat betekent zelfde?

zelfde = zelfde bijv. naamw. Uitspraak: [ˈzɛlvdə] Voorbeelden: `We logeerden vorig jaar in dit zelfde hotel.

Wat is strikt?

Strikt is afgeleid van het Latijnse strictus, wat ‘streng, bondig, sterk aangetrokken’ betekent. In het Nederlands betekent strikt ‘nauwkeurig, nauwgezet, stipt’. Strikt wordt als bijvoeglijk naamwoord (‘een strikte geheimhouding’) en als bijwoord (‘het is strikt noodzakelijk’) gebruikt.