Inhoudsopgave
Wat houdt het gedoogbeleid softdrugs in?
Coffeeshops kunnen onder strenge voorwaarden wiet en hasj verkopen. Zij worden daarvoor niet strafrechtelijk vervolgd. Dit is de essentie van het gedoogbeleid. Ook vervolgt het Openbaar Ministerie personen niet als zij kleine hoeveelheden softdrugs bezitten.
Hoe is het gedoogbeleid ontstaan?
Het drugsgedoogbeleid ontstond rond 1970 als experiment en heeft altijd onder druk en kritiek gestaan van het buitenland. Aanvankelijk werd er weinig onderscheid gemaakt tussen de bestrijding van soft- en harddrugs. Dit leidde tot openlijke handel van harddrugs, onder andere op de Zeedijk (Amsterdam) en rond de Dam.
Wat houd drugsbeleid in?
Het Nederlandse Drugsbeleid is sinds haar ontwikkeling (jaren zeventig van de vorige eeuw) gericht op beheersen en terugdringen van drugsgerelateerde problemen. Trefwoorden daarbij zijn: pragmatisch, humaan, realistisch en gestoeld op wetenschappelijk onderbouwde feiten.
Wat wordt bedoeld met gedoogbeleid?
Een gedoogbeleid is het niet verbinden van juridische sancties aan onwettige situaties. In West-Europa is er in verscheidene landen bijvoorbeeld sprake van een gedoogbeleid jegens gebruikers van soft drugs en asielzoekers.
Wat doet de overheid aan het drugsbeleid?
De overheid wil voorkomen dat jongeren drugs gaan gebruiken. Ouders krijgen voorlichting via bijvoorbeeld drugsinfo.nl. Ook voor scholen zijn er diverse lesprogramma’s. Het meest gebruikte schoolprogramma is het preventieprogramma De gezonde school en genotmiddelen.
Welke ideeën zijn er in Nederland over het gedoogbeleid?
Nederlanders mogen vanaf 18 jaar per dag vijf gram wiet of hasj kopen bij een coffeeshop. De shops (ongeveer 600 in 100 gemeenten) mogen een maximale handelsvoorraad van 500 gram softdrugs in huis hebben. In de praktijk is dat voor een deel van de coffeeshops te weinig om aan de vraag te voldoen.