Waarom thiamine bij Refeeding?

Waarom thiamine bij Refeeding?

Thiamine draagt bij aan de omzetting van pyruvaat (pyrodruivenzuur) voor verdere opname in de citroenzuurcyclus. Indien pyruvaat onvoldoende kan worden omgezet, wordt het in het lichaam omgezet in lactaat (melkzuur) waardoor een lactaatacidose kan ontstaan.

Wat prik je bij Refeeding lab?

Vanaf 1 januari 2013 is het mogelijk voor diëtisten om zelf laboratoriumbepaling aan te vragen. Lab bepalingen die door een vingerprik, urine- of fecesonderzoek verkregen zijn voor voedingsstatusdiagnostiek kunnen zonder probleem worden aangevraagd.

Wat te doen bij Refeeding syndroom?

Daarom is het zaak dat je refeeding syndroom vóór bent, door alert te zijn op ondervoeding en te beseffen dat toedienen van voeding niet zonder gevaren is. Vermoed je dat een patiënt ondervoed is, schakel dan een diëtist in voordat je voeding toedient.

Hoe snel ben je ondervoed?

Een mens is ondervoed als hij voldoet aan minstens een van de onderstaande symptomen: 5% of meer onbedoeld gewichtsverlies in de afgelopen 6 maanden. Of 10% of meer onbedoeld gewichtsverlies in een periode langer dan 6 maanden. Te meten aan de hand van BMI (Body Mass Index) en spiermassa.

Wat is een Refeeding protocol?

Bij het refeeding syndroom krijgt u hormonale en metabole stoornissen, doordat u via (par)enterale voeding ineens grote hoeveelheden calorieën of koolhydraten krijgt na een langdurige periode waarin u niet of nauwelijks bent gevoed.

Hoe en wanneer kan sondevoeding worden toegediend?

Sondevoeding toedienen kan in porties (portietoediening) of via een voedingspomp (continue toediening). Welke manier voor u het beste is, hangt vooral af van de plaats waar de voeding uiteindelijk terecht komt. Bij de portietoediening krijgt u meerdere keren per dag sondevoeding in uw maag met een spuit.

Hoeveel sondevoeding per dag?

De maximale hoeveelheid per portie is gemiddeld 250 – 300 ml (soms tot 500 ml per keer mogelijk). Voor een volledige sondevoeding zijn zeker 6-8 porties nodig, in de praktijk is dit niet altijd haalbaar zodat de volledige geadviseerde hoeveelheid sondevoeding niet altijd gehaald wordt.

Hoe herken je Wernicke encefalopathie?

De ziekte van Wernicke kenmerkt zich doordat symptomen vaak plotseling optreden. De meest bekende hiervan is een motorische stoornis, voornamelijk in het lopen. De motoriek van de patiënt raakt ongecontroleerd, waarbij ook het evenwicht verstoord is. De loop wordt erg breed, ook wel een gangspoor genoemd.

Wat is het verschil tussen Wernicke en Korsakov?

Een verslaving aan alcohol in combinatie met slechte voeding kan leiden tot een ernstig gebrek aan vitamine B1. Hierdoor raken bepaalde delen van de hersenen beschadigd en kan de ziekte van Wernicke ontstaan. Als dit niet op tijd behandeld wordt, kan iemand Korsakov ontwikkelen.