Kan elektromotor kracht verliezen?
Een electrisch roterende draaistroom motor heeft altijd verliezen. Dit zijn de ijzerverliezen (electromagnetisch) en de mechanische verliezen door bijvoorbeeld wrijving, koeling, temperatuur etc..
Welke problemen kunnen zich voordoen bij het aanlopen van een motor?
De primaire symptomen die horen bij overbelasting van een motor zijn een buitensporige stroomopname, onvoldoende koppel en oververhitting. Overmatige warmte van een motor is een hoofdoorzaak van motorstoringen.
Hoe werkt een Dahlandermotor?
De Dahlandermotor is een variant van een driefasen asynchrone motor of driefasen-inductiemotor of asynchrone elektromotor. Hij wordt, net zoals een asynchroon motor, gevoed door een 3-fasen wisselspanningsnet. De motor wordt ook wel driefasige poolomschakelbare motor of CORGU-motor genoemd.
Hoe bepaal je de draairichting van een motor?
Bij de bepaling van de draairichting van de motor wordt altijd vanaf de voorkant naar de achterkant van de motor gekeken. Natuurlijk draait niet de motor zelf, maar de in de motor gemonteerde krukas. Daarbij maakt het dus niet uit, of de motor in langs- of in dwarsrichting in de auto is ingebouwd.
Wat is het doel van een condensator?
Een condensator kan aan de ene zijde elektrische lading opslaan, met gelijktijdig opslaan van de tegengestelde lading aan de andere zijde. Dit vermogen wordt de capaciteit van de condensator genoemd en uitgedrukt in de eenheid farad (symbool F).
Wat is een spanningsval?
De spanningsval, ook wel spanningsverlies, is een verlies van spanning dat ontstaat door de weerstand van een elektrische geleider. Voor het berekenen van de spanningsval wordt de wet van Ohm (U = I x R) toegepast.
Wat is het spanningsverlies bij normaal bedrijf?
Bij normaal bedrijf mag het spanningsverlies volgens de in Nederland en België geldende normen niet meer zijn dan 5% van de nominale spanning. Bij verlichtingsinstallaties wordt aanbevolen het verlies tot 3% te beperken.
Wat is de spanningsval van een verlichtingsinstallatie?
Voor het berekenen van de spanningsval wordt de wet van Ohm (U = I x R) toegepast. Bij normaal bedrijf mag het spanningsverlies volgens de in Nederland en België geldende normen niet meer zijn dan 5% van de nominale spanning. Bij verlichtingsinstallaties wordt aanbevolen het verlies tot 3% te beperken.