Wie minister Buitenlandse Zaken?

Wie minister Buitenlandse Zaken?

Op 10 januari 2022 werden de bewindspersonen van kabinet-Rutte IV beëdigd. Wopke Hoekstra (CDA) is de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, en Liesje Schreinemacher (VVD) minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Wie was minister van Buitenlandse Zaken in Rutte 3?

Bewindspersonen

Kabinetslid Titel Einddatum
Naam
Sander Dekker Minister voor Rechtsbescherming (RB) (Justitie en Veiligheid) 10 januari 2022
Sigrid Kaag Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHO) (Buitenlandse Zaken) 10 augustus 2021
Minister van Buitenlandse Zaken (BZ) 7 maart 2018

Welke minister gaat over wonen?

Groot tekort aan woningen Volgens het rapport ‘Staat van de woningmarkt 2020’, dat minister Kasja Ollongren van Binnenlandse Zaken medio vorig jaar naar de Tweede Kamer stuurde, moeten er tot 2030 zeker 845.000 woningen bijkomen in Nederland om aan de stijgende vraag te voldoen.

Wat doet de minister van Financiën?

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor de rijksbegroting, Thesaurie en financiële markten (financieel toezicht, staatsdeelnemingen) en Europees en internationaal monetair beleid. De minister behartigt op Europees niveau de Nederlandse belangen in de ECOFIN-raad, de Eurogroep en de Begrotingsraad.

Wat is de huidige minister van Buitenlandse Zaken?

De huidige minister van Buitenlandse Zaken is Stef Blok (VVD). Het ministerie van BuZa kent ook een minister zonder portefeuille . Sigrid Kaag (D66) is minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Wanneer is Stef Blok de minister van Buitenlandse Zaken?

Sinds 7 maart 2018 is Stef Blok (VVD) de minister van Buitenlandse Zaken.

Wanneer is Sigrid Kaag minister van Buitenlandse Zaken?

Sinds 7 maart 2018 is Stef Blok ( VVD) de minister van Buitenlandse Zaken. Sigrid Kaag ( D66) bekleedt sinds 26 oktober 2017 de functie van minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking .

Wat is de verantwoordelijkheid van een minister?

Volgens het principe van de ministeriële verantwoordelijkheid moet een minister aftreden wanneer deze niet langer het vertrouwen geniet van de meerderheid van de Tweede Kamer. Een minister kan tot aftreden worden gedwongen wanneer het parlement het beleid afkeurt dat onder de betreffende minister is gevoerd.