Inhoudsopgave
Is tijd een zelfstandig naamwoord?
Ook abstracte begrippen als gevoelens, tijd, eigenschappen en gebeurtenissen zijn zelfstandige naamwoorden.
Wat is het verschil tussen een werkwoord en een zelfstandig naamwoord?
Een zelfstandig naamwoord kan mannelijk, vrouwelijk of onzijdig zijn. Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen het lidwoord ‘de’ en onzijdige zelfstandig naamwoorden het lidwoord ‘het’. Een zelfstandig werkwoord is een werkwoord die aangeeft dat er wat gedaan wordt.
Hoe vorm je een zelfstandig naamwoord van een werkwoord?
In het Nederlands gebruiken we de infinitief als we een werkwoord als zelfstandig naamwoord laten functioneren. De infinitief is een het-woord. Het hebben van een huisdier is goed voor je gezondheid.
Is week een zelfstandig naamwoord?
Zelfstandige naamwoorden kun je meestal combineren met een van de lidwoorden de, het of een. Het is de/een kast, het/een huis, de/een week, enz. Ze worden daarom ook wel ‘de-woorden’ en ‘het-woorden’ genoemd.
Wat is een zelfstandig naamwoord?
Zelfstandig naamwoorden worden gebruikt voor mensen, dingen, dieren en plaatsen. Ook namen gelden als zelfstandig naamwoord, hoewel je hier meestal geen lidwoord voor kan zetten. Voorbeelden van zelfstandig naamwoorden zijn: ‘Honing’, ‘Boekje’, ‘Muis’ en ‘Stad’. Een zelfstandig naamwoord kan mannelijk, vrouwelijk of onzijdig zijn.
Hoe kan ik zelfstandige naamwoorden aanduiden?
Van zelfstandige naamwoorden die personen aanduiden kan, door een s achter het woord te zetten ook een bezitsvorm worden gevormd: Jans fiets, mijn zusjes kamer, mama’s kantoor. Zelfstandige naamwoorden kunnen met elkaar gecombineerd worden in samenstellingen: kast + deur = kastdeur; kastdeur + sleutel = kastdeursleutel.
Wat is het zelfstandig werkwoord ‘actie’?
Zinnen waarin het hoofdwerkwoord een zelfstandig werkwoord is, hebben een werkwoordelijk gezegde. Het zelfstandig werkwoord geeft een actie aan. Dat het begrip ‘actie’ zeer ruim moet worden opgevat, blijkt uit het feit dat ook zinnen als ‘Ik zit op een stoel’ en ‘Hij ligt in bed’ een werkwoordelijk gezegde hebben.