Wie is verantwoordelijk voor afdracht loonbelasting?

Wie is verantwoordelijk voor afdracht loonbelasting?

De werkgever is aansprakelijk voor de inhouding en afdracht van de heffingen loonbelasting, volks- en werknemersverzekering. De werkgever kan een natuurlijk persoon of een rechtspersoon zijn, terwijl ook de bestuurders van rechtspersonen aansprakelijk gesteld kunnen worden (A.).

Is werkgever verplicht loonheffing in te houden?

Waarom loonbelasting betalen? Het is je plicht als werkgever om loonbelasting in te houden en af te dragen. In feite is loonbelasting een voorheffing op de inkomstenbelasting van je werknemer. Jij betaalt de belasting dus alvast namens hem.

Wie moet loonbelasting betalen?

Loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (loonheffing) Loonheffing is de belasting die een werkgever namens een werknemer betaalt. Loonheffing is de verzamelnaam voor loonbelasting en de premie voor de volksverzekeringen.

Wat als mijn werkgever te weinig loonheffing ingehouden?

De werkgever dient zorgvuldig na te gaan of een opgelegde naheffingsaanslag juist is. Zo niet, dan moet de werkgever bezwaar en beroep aantekenen, want de rechter zal een vordering om een onjuiste naheffing te verhalen op de werknemer vaak afwijzen.

Hoe kan het dat er te weinig loonbelasting is ingehouden?

Als u te weinig belasting betaalt via de loonheffing, komt dat doordat de belasting over uw totale jaarinkomen hoger is dan de belasting die in totaal op uw loon of uitkeringen is ingehouden. Omdat ons belastingstelsel een oplopend tarief heeft, betaalt u meer belasting als uw inkomen hoger wordt.

Wat als er geen loonheffing is ingehouden?

Wanneer de heffingskorting hoger is dan de te betalen loonheffing, dan zal er geen loonheffing worden ingehouden op het salaris. Dit is tot een loon van € 729,00 (2021). De grens kun je terugvinden in de witte maandtabel voor de loonheffing (Belastingdienst).

Hoeveel loonheffing wordt er ingehouden 2022?

Het basistarief bedraagt in 2022 37,07%, maar daalt in de komende jaren licht tot respectievelijk 37,05% (2023) en 37,03% (2024). Het toptarief blijft ongewijzigd staan op 49,5%.