Hoeveel insecten eet een vleermuis per uur?
Vandaag weten we dat vleermuizen zeer nuttige dieren zijn. Het zijn insecteneters en ze kunnen zeer belangrijk zijn voor de ‘volksgezondheid’, voor de boomgaard, tuin of omgeving. Sommige soorten kunnen 1.000 tot 1.500 muggen per uur opeten. De dwergvleermuis vangt 8 tot 10 insecten per minuut.
Wat is de vijand van de vleermuizen?
De mens is de grootste bedreiging voor vleermuizen, maar ze hebben ook enkele natuurlijke vijanden. Zo zou er in de schemering af en toe een vleermuis ten prooi vallen aan een torenvalk en moeten ze ’s nachts op hun hoede zijn voor bos- en kerkuilen.
Hoe vangt een vleermuis insecten?
Sommige vleermuissoorten hebben aangepaste lange oren om prooien die over de grond kruipen goed te horen, andere hebben extra grote voeten om prooien (zoals muggen poppen, vissen, kikkers) uit het water te kunnen pakken.
Wat zijn de vleermuizen?
Vleermuizen (Chiroptera), ook wel handvleugeligen genoemd, zijn een orde van kleine zoogdieren die zich actief door de lucht kunnen voortbewegen. Hiertoe zijn hun vleugels voorzien van een vlieghuid die tussen de vingers van hun voor- en achterpoten en hun staart zit.
Welke vleermuissoort eet best kleine prooien?
Grote vleermuissoorten eten bij voorkeur grote prooien, kleine soorten kleine prooien. Zo eet de laatvlieger graag meikevers en de dwergvleermuis vooral muggen en kleine vlinders. Welke plaats een vleermuis kiest om te fourageren (voedsel te zoeken) wordt vooral bepaald door het insectenaanbod.
Wat zijn de leefgewoonten van vleermuizen?
Om concurrentie met andere vleermuizen te voorkomen heeft elke vleermuissoort zijn eigen leefgewoonten. Het dieet van vleermuizen is het meest divers van alle zoogdieren. Zo bestaan er vegetarische vleermuizen die zich vooral voeden met fruit en nectar. Andere soorten zijn vleeseters, van insekten tot kikkers.
Waar overwinteren vleermuizen?
Sommige vleermuizen overwinteren ook in boomholten, terwijl dwergvleermuizen hoofdzakelijk in huizen (in de spouw of op zolder) overwinteren. In de zomer verkiezen ze plaatsen die warmer zijn dan bunkers en forten, en komen ze veelvuldig voor op zolders en kerkzolders. Ze hangen daar overdag met hun hoofd naar beneden.