Inhoudsopgave
Hoeveel priemgetallen tussen 60 en 70?
Er zijn 25 priemgetallen onder de 100: 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 23, 29, 31, 37, 41, 43, 47, 53, 59, 61, 67, 71, 73, 79, 83, 89, 97.
Waarom is nul geen priemgetal?
“Een priemgetal is natuurlijk een getal met twee delers, namelijk 1 en het getal zelf” dat is de definitie die wij op school leren, allicht is deze definitie onvolledig, het moet eigenlijk zijn:”Een priemgetal is een natuurlijk getal met juist twee VERSCHILLENDE delers, namelijk 1 en het getal zelf.” Om dat de “twee …
Hoe weet je of iets een priemgetal is?
Hoe weet je of een getal een priemgetal is? Hiervoor kan je het priemgetal berekenen. Als je wil weten of een getal een priemgetal is, moet je het getal proberen delen door een (lager) priemgetal. Hiervoor hoef je nooit verder gaan dan de wortel van het getal.
Wat is een priemgetal?
Priemgetal. Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie. Naar navigatie springen Naar zoeken springen. Een priemgetal is een natuurlijk getal groter dan 1 dat slechts twee natuurlijke getallen als deler heeft, namelijk 1 en zichzelf. Het kleinste priemgetal is dus 2, want het heeft alleen 1 en 2 als delers. Het volgende is 3, met alleen de delers 1 en 3.
Wat zijn de eerste 30 priemgetallen?
De eerste 30 priemgetallen zijn 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 23, 29, 31, 37, 41, 43, 47, 53, 59, 61, 67, 71, 73, 79, 83, 89, 97, 101, 103, 107, 109 en 113. Priemgetallen werden reeds door de oude Grieken bestudeerd. Er zijn oneindig veel priemgetallen. Het bewijs hiervoor wordt gegeven door de stelling van Euclides.
Hoeveel priemgetallen is er onder de 100?
Er zijn 25 priemgetallen onder de 100: 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 23, 29, 31, 37, 41, 43, 47, 53, 59, 61, 67, 71, 73, 79, 83, 89, 97. Als je de cijfers van elk priemgetal bij elkaar optelt, krijg je het volgende rijtje getallen: 2, 3, 5, 7, 2, 4, 8, 10, 5, 11, 4, 10, 5, 7, 11, 8, 14, 7, 13, 8, 10, 16, 11, 17, 16.
Wanneer ontstaat een getal dat deelbaar is door priemgetallen?
Als je al deze priemgetallen met elkaar vermenigvuldigt, ontstaat er een getal dat deelbaar is door al deze priemgetallen. Wanneer je bij dit getal 1 optelt, krijg je een getal dat door geen van de eerder genoemde priemgetallen deelbaar is.