Inhoudsopgave
Wat is het verschil tussen Voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepaling?
Het verschil tussen het voorzetselvoorwerp en de bijwoordelijke bepaling zit vooral in de band met het werkwoord: het voorzetselvoorwerp heeft een nauwe band met het werkwoord en de bijwoordelijke bepaling juist een lossere band. Vergelijk deze zinnen: Hij staat stil bij het stoplicht.
Welke zinsdelen kunnen met een voorzetsel beginnen?
Een voorzetselvoorwerp is een zinsdeel dat begint met een voorzetsel. Dat voorzetsel hoort bij het gezegde van de zin. Voorbeelden zijn: zorgen voor, geloven in, denken aan, verlangen naar, zich verheugen op. Vaak hebben voorzetselvoorwerpen een figuurlijke betekenis.
Wat is het VZV?
Een voorzetselvoorwerp (v.z.v.) begint altijd met een voorzetsel (op, onder, naast, aan, met, naar, voor, in, …). Een voorzetselvoorwerp komt alleen voor bij werkwoorden met een vast voorzetsel. Let op: verwar een voorzetselvoorwerp niet met een bijwoordelijke bepaling.
Wat is het verschil tussen een bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling?
* Let op: een BIJVOEGLIJKE bepaling is ALTIJD ONDERDEEL van een ander zinsdeel! (in voorbeeld 1: deel van het onderwerp, voorbeeld 2 deel v/h lijdend voorwerp.) Een BIJWOORDELIJKE bepaling: geeft ook ‘extra informatie’ aan de zin: maar NIET aan een zelfstandig naamwoord.
Welke zinsdelen kunnen niet met een voorzetsel beginnen?
§ in zinnen die in de lijdende vorm staan. Verder moet je weten dat een lijdend voorwerp niet met een voorzetsel begint. Zinsdelen die met een voorzetsel beginnen, komen dus ook al niet meer in aanmerking voor de benaming lijdend voorwerp.
Wat is het verschil tussen een bijvoeglijke bepaling en een bijstelling?
Het verschil is dat een bijvoeglijke bepaling vóór het zelfstandig naamwoord staat en een bijstelling achter het zelfstandig naamwoord. Ook kan een bijvoeglijke bepaling werkwoorden bevatten en dat is bij een bijstelling nooit zo. Een ander verschil is dat een bijstelling altijd tussen komma’s staat.