Inhoudsopgave
Waarom is het belangrijk om vezels te onderzoeken?
Wat blijkt uit onderzoek? Er is sterk bewijs dat het eten van veel voedingsvezels de kans op darmkanker verkleint. Dit komt onder andere doordat vezels onze spijsvertering versnellen. Hierdoor is het voedsel minder lang in onze darmen aanwezig waardoor de kans op beschadigingen in de darmcellen kleiner wordt.
Wat gebeurt er met voedingsvezels in je lichaam?
Naast het stimuleren van de goede bacteriën, helpen voedingsvezels ook vocht aan te trekken, waardoor de ontlasting soepel blijft. Dit is gunstig voor een goede stoelgang. Er zijn zelfs aanwijzingen dat vezels een positieve invloed hebben op overgewicht, de bloeddruk en het cholesterolgehalte.
Waarom moet je dagelijks voldoende voedingsvezels gebruiken?
Voedingsvezels (vezels) zijn belangrijk voor de gezondheid. Ze dragen bij aan een goede spijsvertering, een verzadigd gevoel na het eten en verminderen het risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en darmkanker.
Kan je lichaam voedingsvezel verteren?
Vezels verteren niet in je lichaam, ze verlaten het lichaam weer via de ontlasting. In je darmen nemen vezels vocht op. Dit heeft een gunstige werking op de stoelgang. Mensen die problemen hebben met hun stoelgang moeten erop letten dat ze voldoende vezels binnen krijgen.
Wat gebeurt er met de vezels in je darmen?
Vezels die als voedsel dienen voor de goede bacteriën in de darm heten ook wel prebiotica. Niet-fermenteerbare voedingsvezels worden niet afgebroken in de darm. Zij vergroten het volume van de darminhoud. Hiermee bevorderen ze de beweeglijkheid van de darm en zijn ze belangrijk voor een vlotte stoelgang.
Hoe kom je aan voldoende vezels?
Groente, fruit, aardappelen, noten en peulvruchten bevatten flink wat voedingsvezels per portie. Peulvruchten zijn bijvoorbeeld bruine bonen, kidney bonen, kapucijners, kikkererwten en linzen. Hoe meer je (dagelijks) van deze producten eet, hoe groter de kans dat je voldoende vezels binnen krijgt.
Hoe ziet een voedingsvezel eruit?
Voedingsvezels zijn mini-plantendeeltjes die niet worden verteerd in de dunne darm. Vezels zijn afkomstig uit de celwand van planten en komen daarom voor in plantaardige producten, zoals volkorenproducten, groenten en vruchten.
Waar komen voedingsvezels vandaan?
Voedingsvezels komen vooral uit de celwand van planten. Belangrijke bronnen van vezels zijn groente, fruit, aardappelen, volkorenbrood, ontbijtgranen, peulvruchten en noten. Bij het malen van graankorrels tot bloem of het pellen van rijst, wordt een groot deel van de vezels verwijderd.
Hoeveel voedingsvezels eet je per dag?
In groente, fruit, aardappelen, volkorenbrood, ontbijtgranen, peulvruchten en noten zitten veel voedingsvezels. Per dag wordt geadviseerd zo’n 30 tot 40 gram voedingsvezels te eten. Omdat er veel verschillende typen vezels zijn met elk hun eigen goede eigenschappen, is het belangrijk om vezels uit verschillende typen voedingsmiddelen te eten.
Wat is de richtlijn voor voedingsvezels?
Als richtlijn geldt voor volwassenen zo’n 30 tot 40 gram voedingsvezels per dag. Voedingssupplementen met vezels kunnen beter alleen in overleg met arts of diëtist worden gebruikt. Langdurig gebruik kan namelijk klachten geven, zoals een “luie” darm.
Wat zijn vezels in de darm?
Vezels werken in de darm als een soort spons waardoor ze water opnemen. Hierdoor krijgt de ontlasting de juiste substantie, en voorkom je obstipatie maar ook een te slappe ontlasting. Omdat vezels veel vocht opnemen, is voldoende drinken daarbij heel belangrijk. Zo zorgen ze voor een soepele ontlasting.