Wat mag je als helpende niet doen?
Medicijnen uitzetten is een ander verhaal, dat mag je als helpende-plus niet doen. Het toedienen van insuline (via subcutane injectie) is een voorbehouden handeling, dit mag je als helpende-plus ook niet doen. Voor de duidelijkheid: helpende-plus is geen erkende opleiding.
Wat zijn voorbehouden en risicovolle handelingen?
Risicovolle handelingen en voorbehouden handelingen Een risicovolle handeling houdt in dat gezondheidsschade kan ontstaan bij onzorgvuldig of onbekwaam medisch ingrijpen. Er zijn 14 risicovolle handelingen die alleen deskundig en bekwaam zorgpersoneel mag uitvoeren. Dit zijn de voorbehouden handelingen.
Welke handelingen mag een helpende?
Een helpende kan met behulp van extra scholing Helpende Plus worden. Dan leer je over medicijnverstrekking en – toediening (oraal, neus, oog/oor, huid, inhalatie), wondverzorging, steunkousen aan- en uittrekken en zorg voor mensen met een stoma of katheter.
Welke handelingen vallen onder risicovolle handelingen?
Risicovolle handelingen zijn handelingen die bij de uitvoering van de handeling risico’s meebrengen voor de cliënt. Een voorbeeld is het toedienen van de sondevoeding. Deze handeling is niet voorbehouden, maar er zijn wel risico’s.
Wie mogen er risicovolle handelingen uitvoeren?
U mag als zelfstandig bevoegd zorgverlener een voorbehouden handeling zelf uitvoeren. Dat is een medische handeling die op zo’n manier risico’s voor de gezondheid van een patiënt met zich meebrengt, dat alleen een voldoende deskundige persoon die handeling mag uitvoeren.
Wat zijn voorbehouden verpleegtechnische handelingen?
Voorbehouden handelingen vormen een specifieke groep binnen de risicovolle handelingen. Het betreft handelingen die door de individuele professionals beroepsmatig worden verricht. In de Wet BIG worden 14 risicovolle handelingen aangemerkt als voorbehouden handelingen.
Wat doe je als Helpende niveau 2?
Begeleiden, stimuleren, assisteren bij en verrichten van werkzaamheden op het gebied van zorg, wonen en welzijn op niveau 2. – Het verrichten van en begeleiden van vooral persoonlijke lichamelijke verzorgingswerkzaamheden zoals baden, douchen, wassen, aan- en uitkleden, tillen en verplaatsen.