Wat is beroepshouding doktersassistente?

Wat is beroepshouding doktersassistente?

Doktersassistenten respecteren het recht op privacy, vertrouwelijkheid en informa- tie van de patiënt. In haar beroepsmatig handelen neemt de doktersassistent de grenzen van haar kennen en kunnen in acht en streeft zij naar het verwerven en behouden van deskundigheid.

Welke wetten zijn in het BC opgenomen als belangrijk voor het werk als doktersassistent?

De Beroepscode Doktersassistent ligt in het verlengde van de visie en de missie van de NVDA, de beroeps- vereniging van doktersassistenten. Het bestaan van een beroepscode is een teken van professionaliteit en helpt de kwaliteit van het beroepsmatig handelen te waarbor- gen en te bewaken.

Wat wordt er bedoeld met beroepshouding?

Stelsel van waarden en normen dat je nodig hebt om een bepaald beroep te kunnen uitoefenen.

Wat moet doktersassistent kunnen?

Werken als doktersassistent Je voert zelfstandig medisch-technische taken uit zoals hechten, verbinden, injecteren, aantippen van wratten en het verlenen van ehbo. Als doktersassistent houd je je bezig met taken als triageren, infomeren, adviseren, het uitvoeren van medisch-technische handelingen en de administratie.

Wat mag je als doktersassistent?

Welke medische handelingen voert de doktersassistent uit?

  • Opnemen van de bloeddruk.
  • Toedienen van injecties.
  • Prikken van bloed.
  • Aanstippen van wratten.
  • Verwijderen van hechtingen.
  • Uitspuiten van de oren.
  • Verbinden van wonden.
  • Uitvoeren van urineonderzoek.

Welke handelingen mag een doktersassistente uitvoeren?

Ook doktersassistenten zijn bevoegd om een aantal voorbehouden handelingen te verrichten, denk aan hechtingen aanbrengen, injecteren of een venapunctie uitvoeren. Als je bekwaam bent, betekent dat, dat je de juiste vaardigheden beheerst om de handeling uit te voeren.

Wat mag een doktersassistente?

Welke administratieve taken heeft de doktersassistent?

  • Ontvangen en voorlichten van patiënten.
  • Aannemen van de telefoon.
  • Beheren van de correspondentie.
  • Verspreiden van informatiefolders.
  • Plannen van het spreekuur.
  • Uitschrijven van herhaalrecepten.
  • Beheren van de medicijnvoorraad.
  • Patiëntendossiers op orde houden.