Wat is de taak van de longslagader?

Wat is de taak van de longslagader?

Slagaders vervoeren zuurstof en voedingsstoffen van het hart naar de rest van het lichaam. De longslagaders zijn de enige uitzondering, zij vervoeren zuurstofarm bloed naar de longen.

Wat is bijzonder aan de longader?

De longslagader is een bloedvat uit de kleine bloedsomloop. Het is de enige slagader uit het lichaam van de mens die zuurstofarm is. Bloed vanuit de rechter kamer wordt de longslagader in geperst. Het bloed stroomt richting de longen om daar zuurstof op te nemen en koolstofdioxide af te staan.

Waar monden de Kransaders in uit?

De kransaders komen samen in een hoofdtak, de sinus coronarius of kranssinus, die loopt tussen de linkerkamer en de linkerboezem en uitmondt in de rechterboezem. In de rechterboezem wordt het zuurstofarme bloed naar de longen gepompt om weer zuurstof op te nemen.

Waarom is de longslagader zuurstofarm?

Verder is het bloed in de longslagaders zuurstofarm; het is op zijn tocht door het lichaam van de meeste zuurstof ontdaan. De longaders bevatten na de passage door de longen weer zuurstofrijk bloed dat wordt teruggevoerd naar de linkeratrium.

Waarom de longslagader zuurstofarm is?

Hij vervoert namelijk geen zuurstof, (zuurstofarm) omdat hij net van alle organen terugkomt. En een slagader heeft altijd wel zuurstof. Een ader niet.

Wat is de functie van de linkerboezem?

Functie van de kamers De rechterkamer ontvangt bloed uit de rechterboezem en pompt bloed naar de longen, waar het zuurstof opneemt. Het zuurstofrijke bloed stroomt vervolgens naar de linkerboezem, die het zuurstofrijke bloed de linkerkamer in pompt.

Wat is de Hoofdstam van het hart?

We onderscheiden drie hoofdtakken: • Rechterkransslagader: RCA = Rechter Coronair Arterie, die naar de onderkant van het hart loopt. Linkerkransslagader, die zich na een kort gemeenschappelijk deel (linker hoofdstam) splitst in twee takken: • LAD = Linker Arterie Descendens, die naar de voorkant van het hart loopt.

Wat is de functie van de haarvaten?

De fijnste vertakkingen van de bloedvaten. In de haarvaten vindt de gaswisseling plaats tussen het bloed en de weefsels. In de haarvaten stroom het bloed langzaam zodat makkelijk het koolstofdioxide kan worden opgenomen uit de weefsels en de zuurstof kan worden afgegeven aan de weefsels.