Inhoudsopgave
Waar lopen de urineleiders van de man langs?
Vanuit de nierbekkens lopen de urineleiders (ureters) naar de blaas, waar de urine wordt opgeslagen. De blaas heeft een spier. Als de blaas vol is, geeft de blaas een signaal af naar de hersenen. Je voelt dan dat je moet plassen.
Waar loopt urineleider?
De urineleider loopt van de nier (het nierbekken) naar de blaas. Omdat een mens twee nieren heeft, zijn er dus ook twee urineleiders. De nieren zorgen ervoor dat een teveel aan water en afvalstoffen uit ons lichaam wordt afgevoerd. De urine die de nieren produceren wordt door de urineleiders naar de blaas gebracht.
Hoe lopen de urinewegen?
Het urinewegstelsel bestaat gewoonlijk uit twee nieren met ieder een nierbekken, de urineleiders (ureters), de blaas en de plasbuis (urethra). In het nierbekken wordt urine opgevangen. Vanaf ieder nierbekken loopt een urineleider (ureter).
Wat is de urineleider?
De urineleider of ureter (mv: ureters) is de buis die loopt tussen het nierbekken en de urineblaas. De urineleider begint bij het nierbekken, loopt retroperitoneaal en kruist de bekkenkam (tevens een van de plekken waar nierstenen ontstaan).
Wat gebeurt bij de urinelozing?
Bij de urinelozing gebeurt dit ook. De drukreceptoren in de blaaswand sturen een prikkeling naar het gedeelte in het ruggenmerg dat de blaasreflex regelt. De hersenen worden hierdoor gewaarschuwd, waardoor de aandrang om de urine te lozen optreedt. Zodra iemand gaat urineren, ontspant de uitwendige sluitspier zich en begint de urinelozing.
Wat is het urinestelsel?
Het urinestelsel kan met verschillende namen aangeduid worden, zoals urinewegstelsel of urinair stelsel en het wordt ook wel eens het nierstelsel genoemd. Het hele urinestelsel bestaat uit nieren, nierbekken, urineleiders, urineblaas en plasbuis en samen vormen ze het urinestelsel. De werking van het urinestelsel
Wat zijn de stoffen in het urinestelsel?
Het urinestelsel zorgt voor een zeer nauwkeurige selectie van stoffen die weg moeten en stoffen die moet blijven. De stoffen die niet uitgescheiden worden, blijven in het bloed. Doordat de nieren zorgvuldig stoffen aan het selecteren zijn, hebben ze ook controle over het bloed, en dus ook op alle andere vloeistoffen in ons lichaam.