Wie zijn de concurrenten van DPG media?

Wie zijn de concurrenten van DPG media?

Er is veel concurrentie op de online-advertentiemarkt van internationale concerns als Google en Facebook. Daarnaast is er concurrentie van de kranten en bladen van het Mediahuis en RTL, maar ook van aanbieders zoals Marktplaats.

Wie bezit media?

De negen grootste mediaconglomeraten CBS Corporation, Disney, Vivendi SA, Viacom, Time Warner, Sony, News Corporation, General Electric en Bertelsmann, bezitten samen rond de 85% van de internationale mediamarkt.

Welke kranten vallen onder DPG media?

Met een DPG Media account kunt u inloggen op de websites en in de apps van deze merken van DPG Media: NU.nl, het AD, de Volkskrant, Trouw, Het Parool, de Stentor, Tubantia, de Gelderlander, het ED, Brabants Dagblad, BN DeStem en de PZC.

Waarom moet je opletten voor mediaconcentratie?

Mediaconcentratie kan ook voordelen hebben. Zeker in een kleiner taalgebied kunnen grote mediabedrijven profiteren van schaalvoordelen en kunnen ze zo concurreren met buitenlandse mediagroepen. Bovendien heeft mediaconcentratie ertoe geleid dat ondernemingen in moeilijkheden gered konden worden.

Hoe komt de NPO aan geld?

De NPO genereert daarnaast ook zelf inkomsten, zoals distributie-inkomsten, rechtenvergoedingen en inkomsten uit programmagegevens. Reclame-inkomsten worden gegenereerd door de STER. De STER draagt deze inkomsten niet af aan de NPO, maar aan het ministerie van OCW.

Hoe komt de publieke omroep aan geld?

Vaak moeten de kijkers kijk- en luistergeld betalen of wordt de omroep bekostigd uit het overheidsbudget. Een omroep die niet onderhouden wordt door de overheid, heet een commerciële omroep.

Is er in Nederland voldoende mediapluriformiteit?

Situatie in Nederland In Nederland is sprake van een geconstrueerde mediapluriformiteit. Dat wil zeggen dat de overheid volgens het geldende Staatsrecht op bepaalde punten in de vrije markt van de media moet ingrijpen, wanneer een te lage mediapluriformiteit dreigt te ontstaan. Dit is vastgelegd in de Mediawet 2008.