Welke cognitieve testen zijn er?

Welke cognitieve testen zijn er?

Er zijn verschillende manieren om het cognitief functioneren van mensen na een beroerte te onderzoeken, bijvoorbeeld door middel van een neuropsychologisch onderzoek, cognitieve screeningsinstrumenten (zoals de MoCA) of vragenlijsten over cognitieve klachten.

Wat is een gedragstherapeut?

Wat is gedragstherapie? In gedragstherapie staat het gedrag van de cliënt centraal. Hoe iemand zich gedraagt bepaalt namelijk in belangrijke mate hoe iemand zich voelt. Als u uit angst bepaalde zaken uit de weg gaat, zal de angst vaak eerder sterken worden dan verminderen.

Wat zijn cognitieve gedachten?

Het uitgangspunt van cognitieve gedragstherapie is dus dat gedachten (cognities) een invloed hebben op ons gedrag en op hoe we ons voelen, en omgekeerd. Via cognitieve gedragstherapie leert men via inzichten het gedrag te beheersen en zo nodig te veranderen.

Wat valt er onder cognitieve gedragstherapie?

Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een verzamelnaam voor hulpvormen waarin cliënten leren hoe ze beter kunnen omgaan met hun negatieve gedachten en gevoelens over zichzelf en hun omgeving. Door deze therapie leren ze hun stemming beter te beheersen en hun gedrag beter af te stemmen op wat ze willen bereiken.

Wat test MMSE?

De MMSE (Mini-mental state examination) is een test die wordt gebruikt als er een vermoeden is dat iemand geheugenproblemen of dementie heeft. Hieruit wordt duidelijk hoe het gaat met iemands geheugen, taalvermogen en concentratie (cognitieve vaardigheden).

Hoe ziet een MMSE test eruit?

De MMSE bevat vragen die een indruk geven van het geheugen, de oriëntatie in tijd en ruimte, concentratie, rekenen, taal en visueel inzicht. In de test wordt onder andere gevraagd of je naaste een paar opdrachtjes kan uitvoeren en of ze enkele woorden kan onthouden. Het afnemen van de test duurt ongeveer tien minuten.

Waar richt gedragstherapie zich op?

Gedragstherapie richt zich op het veranderen van gedrag. Je gedrag heeft namelijk veel invloed op hoe je je voelt. Met een therapeut breng je het problematische gedrag in kaart en bespreek je wanneer je dit gedrag vertoont.

Hoe werkt Systeem Therapie?

Systeemtherapie, meer bekend als (partner-) relatietherapie of gezinstherapie, is een vorm van therapie waarbij de aandacht niet zozeer op het individu is gericht maar op wat zich afspeelt tussen individuen die deel uitmaken van elkaars leven, het systeem.

Hoe ziet cognitieve gedragstherapie eruit?

Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een vorm van psychotherapie die je leert om anders tegen problematische situaties aan te kijken en er anders mee om te gaan. Cognitieve gedragstherapie gaat er van uit dat problemen beïnvloed en in stand gehouden worden door iemands gedachten en gedrag.

Wat zijn cognitieve interventies?

Cognitieve gedragstherapie (cgt) is een mengeling van gedragstherapie met interventies die ontwikkeld zijn vanuit de cognitieve psychologie. De kern is de veronderstelling dat irrationele cognities (gedachten) zorgen voor disfunctioneel gedrag, zoals vermijdingsgedrag of agressie.

Waar kan ik cognitieve gedragstherapie volgen?

VGCt-therapeuten zijn meestal (gezondheids- of klinisch) psycholoog of psychotherapeut en soms psychiater. De meesten hebben een zogenaamde BIG-registratie. Je kunt ze dan vinden in het BIG-register. Voor cognitieve gedragstherapie heb je altijd een verwijzing nodig, bijvoorbeeld van je huisarts.

Wat is cognitieve functies?

Cognitieve functies zijn verwant aan wat we ‘intelligentie’ noemen. Je ontwikkelt je cognitieve functies als kind. Hoe goed je deze ontwikkelt, is grotendeels genetisch bepaald.

Wat zijn je cognitieve vaardigheden?

Je hebt je geheugen nodig, maar ook taal, oriëntatie, aandacht en het vermogen om problemen op te lossen, concepten te vormen en dingen voor je te zien. Daarnaast zijn redeneren, rekenen, lezen en schrijven, plannen maken en initatieven nemen cognitieve functies. Je gebruikt je cognitieve vaardigheden dus voortdurend.

Kan cognitieve problemen voorkomen bij kinderen?

Cognitieve problemen kunnen voorkomen na een beroerte of psychose, bij hart- en vaatziekten, drugsgebruik of een depressie en bij mensen die meerdere aandoeningen hebben. Ook kinderen kunnen vanwege cognitieve problemen moeite met leren hebben.