Hoe met krukken wandelen?

Hoe met krukken wandelen?

hoe kan ik best stappen met krukken?

  1. Neem in beide handen een kruk vast.
  2. Ga recht staan op je goede been.
  3. Zet beide krukken tegelijk en ongeveer een staplengte naar voor.
  4. Steun goed op de krukken en stap met je goede been in een vloeiende beweging voorbij de krukken.
  5. Deze handeling herhaal je voor elke stap.

Hoe hoog moet een loopkruk zijn?

Laat je armen ontspannen langs jouw lichaam hangen. Stel de krukken zo in dat de handsteunen ter hoogte van jouw pols zijn. Stel de hoogte van de armsteun (manchet) zo in dat de bovenrand van de manchet zich ongeveer 5 cm onder jouw elleboog bevindt.

Wat kun je doen als je op krukken loopt?

Waar moet u op letten als u met krukken loopt Trek schoenen aan die u gemakkelijk aan kunt doen en die ook stevig aan de voeten blijven zitten. Loop niet op slippers of op sokken. Thuis kunt u eventueel op blote lopen.

Hoe loop je recht met de krukken?

Het is van belang dat je op de juiste manier met de krukken loopt. Uiteraard voor jouw eigen veiligheid, maar ook om andere lichamelijke klachten te voorkomen. Let daarbij op het volgende: Loop altijd recht met de kruk (ken) vlak langs jouw lichaam.

Hoe stelt u krukken af?

Hoe stelt u krukken af Ga met gestrekte knieën en uw voeten een beetje uit elkaar goed rechtop staan. Neem in elke hand een kruk en zet de krukken iets naar voren, zoals op de foto hierboven. Als u de handen loslaat moeten de handsteunen op dezelfde hoogte zitten als de polsen. Trap af, onbelast

Hoe kunt u traplopen met krukken?

In deze video (Bron: Orthopedium) ziet u hoe u kunt traplopen met krukken. Onbelast lopen met krukken Bij onbelast lopen mag u niet op uw geopereerde been gaan staan. Meestal heeft u dan ook geen schoen aan de voet van het geopereerde been. Ga goed rechtop staan met in elke hand een kruk.

Hoe loop je met één kruk vlak langs jouw lichaam?

Loop altijd recht met de kruk (ken) vlak langs jouw lichaam. Lopen met één kruk: heb je slechts één kruk nodig, dan moet deze zich altijd aan de gezonde (sterke) kant van het lichaam bevinden. Zet eerst het zwakke been tegelijk met de kruk naar voren, en daarna het sterke been.