Inhoudsopgave
Kan orgaandonatie bij leven?
Levende orgaandonatie Bij levende donatie staat u tijdens uw leven een orgaan af, zoals een nier of een deel van uw lever. Door levende donatie vervalt de wachttijd voor de ontvanger, is er een betere voorbereiding mogelijk en moet het te transplanteren orgaan maar zeer kort bewaard worden.
Kan je een deel van je lever afstaan?
De lever is een bijzonder orgaan. Als er een deel wordt verwijderd kan de lever binnen enkele weken weer uitgroeien tot een normaal werkende lever. Daarom kunt u een deel van de lever doneren. Vaak doneert een ouder een deel van de lever aan een kind.
Hoe lang gaat een transplantatie lever mee?
In de eerste weken na de transplantatie stopt gemiddeld ongeveer 10 procent van de donorlevers met werken. Daarna gaat het percentage werkende levers steeds langzamer omlaag. Na 5 jaar werkt gemiddeld nog 67 procent van de getransplanteerde levers.
Welke organen kun je doneren terwijl je leeft?
Geschikte organen en weefsels nieren; een deel van de lever; een deel van de longen; beenmerg.
Wat kun je doneren als je nog leeft?
U kunt na overlijden deze organen en weefsels doneren:
- Organen: lever, hart, longen, alvleesklier, dunne darm, nieren.
- Weefsels: oogweefsel, hartkleppen, grote bloedvaten, huid, bot- kraakbeen- en peesweefsel.
Waarom kan je geen lever doneren?
Ernstige problemen na leverdonatie bij leven nabloeding. trombose of longembolie: een bloedpropje in één van de (lever)bloedvaten naar de longen. ontsteking in de galwegen.
Hoe duur is een nieuwe lever?
Een transplantatieprogramma van 30 transplantaties per jaar kost inclusief 10 jaar nazorg 8,8 miljoen gulden (zonder discontering). Per gewonnen levensjaar kost een levertransplantatie voor patiënten met PBC of overige cirrosen tussen ƒ 64.000,- en ƒ 79.000,- bij 10 jaar follow-up.
Kan een lever teruggroeien?
Bij volwassen mensen weegt de lever ongeveer anderhalve kilo en is bijna zo groot als een voetbal. Wanneer een deel van de lever verwijderd wordt, groeit het resterende deel weer aan. Een voorwaarde hiervoor is dat het achtergebleven deel van de lever gezond en groot genoeg is.