Wie waren de 12 apostelen van Jezus?

Wie waren de 12 apostelen van Jezus?

Een apostel is één van de twaalf leerlingen van Christus, door hem uitgezonden om de christelijke leer te verkondigen. De twaalf apostelen waren: Petrus, Andreas, Jakobus de Meerdere, Johannes, Filippus, Bartholomeüs, Mattheüs, Thomas, Jakobus de Mindere, diens broer Thaddeüs, Simon, en Judas Iskariot.

Wat is een apostel wikikids?

Een apostel is een volgeling van Jezus Christus die zijn geloof in God en Jezus als zoon van God vertelt aan de wereld. Tijdens het optreden van Jezus was er sprake van 12 apostelen. Jezus Christus had echter meer volgelingen. De belangrijkste daarvan was Maria Magdalena.

Wie was de dertiende apostel?

Petrus. Petrus heette eigenlijk Simon, maar werd door Jezus de rots (grieks: petros) genoemd waarop hij zijn kerk zou bouwen. Inderdaad, was Petrus de apostel die na Jezus’ dood naar Rome trok om het christelijke geloof te verspreiden.

Wat betekent apostel in de Bijbel?

De term apostel wordt in de christelijke traditie gebruikt voor iemand die door Jezus is uitgezonden om het evangelie te verspreiden.

Was Paulus een Romein?

Paulus beriep zich als Romein op het recht om berecht te worden in Rome. Zijn laatste reis bracht hem daarom naar het hart van het Romeinse rijk. In Rome werd in eerste instantie vrijgesproken van de aanklacht in Jeruzalem. Maar nadat hij enkele jaren prekend door Rome trok, werd Paulus opnieuw opgepakt.

Wat is de taak van een apostel?

Wie was de jongste apostel?

In de westerse kunst wordt Johannes vaak afgebeeld als de enige apostel zonder baard. Dat zou wijzen op zijn jonge leeftijd.

Wat betekent apostel zijn?

De apostelen (gr. Apostolos, bode, afgezant, reiziger met een bepaalde opdracht) zijn de twaalf belangrijkste leerlingen van Christus en de eerste generatie verbreiders van het christelijke geloof. Het apostolaat is een door Christus ingesteld rechtsinstituut met ‘rapportageplicht’ van de afgezant.

Wat is het verschil tussen een discipel en een apostel?

Een apostel is de letterlijk iemand die uitgezonden is. Jezus zond twaalf apostelen uit. Voordat zij werden uitgezonden waren zij leerlingen, discipelen van Jezus.