Wat te doen bij sterke stroming?

Wat te doen bij sterke stroming?

De kustwacht raadt dan aan om schuin naar land te zwemmen en niet te proberen bij dezelfde plek uit zee te gaan als waar je erin ging. Bij wind vanaf het land wordt aangeraden om sowieso niet ver de zee in te gaan, omdat terugzwemmen moeilijker is dan de zee inzwemmen.

Hoe te zwemmen in een mui?

Een mui is een geul die loodrecht op het strand staat waardoor water met veel kracht naar zee stroomt. Wie daarin terechtkomt, kan er niet tegenin zwemmen. De enige remedie is je laten meevoeren en als de stroming minder krachtig wordt, schuin weg zwemmen en met een boog terug naar het strand gaan.

Wat moet je doen als je in een mui komt?

Wie in een mui terechtkomt, moet zich ervan bewust zijn dat een mui je nooit onder water trekt, maar wel van de kust zal doen afdrijven. Het belangrijkste is: rustig blijven. Probeer de aandacht van de reddingsbrigade of badgasten te trekken door te roepen en te zwaaien om hulp. Laat je met de stroming meedrijven.

Hoe werkt onderstroom?

Bij wind van zee (aanlandige wind) stuurt de wind het water het strand op. Hierbij kan een sterke onderstroom optreden. Er worden dan langs de zeebodem grote hoeveelheden water de zee ingestuurd (de zee “trekt”). Deze onderstroom kan bij een sterke zeewind en een stevige branding heel gevaarlijk zijn.

Hoe herken je een mui?

Maar je kan een mui herkennen: er slaan daar geen golven om en er is weinig schuim. Een mui kan tientallen meter breed zijn. Links en rechts van de mui zijn zandbanken, plekken met veel minder stroming. Een zandbank is een plek waarbij de grond hoger is omdat er – verrassing- veel zand ligt.

Hoe ontstaat een mui in zee?

Een mui ontstaat haaks op de kustlijn tussen twee zandbanken in. Er staat sterke stroming de zee in. Het water tussen het strand en de zandbanken stroomt bij vloed en eb richting de geulen tussen de zandbanken. Omdat dit met veel kracht gaat ontstaat er een sterke stroming die je richting zee kan sleuren.

Hoe stroomt het water naar de zee?

Er zijn plekken op het land die lager zijn dan het zeeoppervlak. Uit de lage polders in Nederland pompen mensen het water naar de zee, met gemalen. Op andere plekken op de aarde is er geen uitweg naar de zee. Alle water stroomt naar het laagste punt, maar verdampt onderweg.