Inhoudsopgave
Is het gewilt of gewild?
Vervoeging: ik wil, je wilt / wil, u wilt / wil, hij wil, wij willen. ik wilde / wou, wij wilden. ik heb gewild.
Wat is een voltooid verleden tijd?
De voltooid verleden tijd bestaat uit: vorm van ‘hebben’ of ‘zijn’ in onvoltooid verleden tijd + voltooid deelwoord. In deze vorm komen dus twee werkwoorden voor: een hulpwerkwoord en een zelfstandig werkwoord. Eigenlijk is de voltooid tegenwoordige tijd geen tegenwoordige tijd meer, maar een verleden tijd.
Wat is het werkwoord willen vervoegen?
Werkwoord willen vervoegen. Het werkwoord willen is een onregelmatig werkwoord. De meeste werkwoorden krijgen in de tegenwoordige tijd voor de derde persoon enkelvoud een t aan het eind zoals bijvoorbeeld bij “hij loopt”. Echter, de werkwoorden willen, kunnen, zijn, zullen en mogen zijn hierop uitzonderingen.
Wat is de betekenis van willen?
NL: willen. U: Vervoeg zoals `jij`. Men, het, zij (enkelvoud): Vervoeg zoals `hij`. Voltooid deelwoord. gewild. Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) ik wil. jij wilt. hij wil.
Waarom willen zij het willen?
willen. hij, zij, het. wilde, wou. zij, ze. wilden, wouden. hij, zij, het. zal willen. zij, ze. zullen willen.
Hoe vervoeg ik willen?
willen (vervoegen)
- ik wil, je wilt / wil, u wilt / wil, hij wil, wij willen.
- ik wilde / wou, wij wilden.
- ik heb gewild.
Zal willen of zou willen?
willen/vervoeging
vervoeging van het Nederlandse werkwoord willen | ||
---|---|---|
tegenwoordige tijd | toekomende tijd | |
u | wil, wilt | zal, zult willen |
gij, ge | wilt | zult willen |
hij, zij, het | wil | zullen willen |
Zouden vervoegen?
Je moet uit je hoofd leren hoe je dit werkwoord vervoegd….zullen.
zullen | tt | vt |
---|---|---|
jij, je, u | zult | zou |
hij, zij, ze, het | zal | zou |
wij, we | zullen | zouden |
jullie | zullen | zouden |
Hoe schrijf je gewild?
Het woord gewild staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Wie wil er of wie wilt er?
Anders dan bij de meeste werkwoorden krijgt de derde persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd van willen geen t. Dus hoewel het wel wie neemt, wie belt en wie houdt is, is het toch wie wil, en niet wie wilt. Dat geldt ook voor andere zinsvolgordes: ‘Vraag maar even wie er een ijsje wil.