Inhoudsopgave
Wie was de beste ridder?
De belangrijkste ‘ridders’ uit de wereldgeschiedenis werden vereerd als de ‘Negen Besten’: drie uit de klassieke oudheid (Hector, Alexander de Grote en Julius Caesar); drie uit de joodse geschiedenis (Jozua, David en Judas Maccabeüs) en drie christenen (Artur, Karel de Grote en Godfried van Bouillon).
Hoe wordt je een Tempelier?
Alle personen vanaf 21 jaar, zowel vrouwen als mannen, die zich tot het christendom bekennen, kunnen lid worden van de Orde. Na een jaar als observant, kan hij/zij overgaan tot de inwijding als postulant. Dit postulantschap duurt een jaar. Tijdens deze periode werkt de postulant verder aan de vorming binnen de Orde.
Waar komen de Tempeliers vandaan?
Hun naam dankten de Tempeliers aan het feit dat de regerende koning van Jeruzalem, Boudewijn II, de nieuwe orde onderdak gaf in zijn paleis op de Tempelberg in Jeruzalem. Op diezelfde plek zou volgens sommigen ooit de tempel van koning Solomon hebben gestaan.
Hoe zag het leven van een ridder eruit?
Ridders waren geharnaste soldaten te paard. Zij waren gespecialiseerd in vechten voor de koning of heer. Er was een persoonlijke relatie tussen de heer en zijn soldaten, de ridders. De ridders moesten de heer met ‘raad en daad’ bijstaan.
Hoe kwamen de Tempeliers aan hun einde?
De laatste grootmeester van de Tempeliers was Jacques de Molay, hij stierf op 18 maart 1314 in Parijs op de brandstapel. Het verhaal wil dat De Molay op de brandstapel de koning en de paus vervloekte; beiden stierven nog geen jaar later.
Hoeveel kruistochten zijn er geweest?
Veroveringen. Het is niet zeker hoeveel kruistochten er geweest zijn, maar het waren er in elk geval zeven. Ze vonden plaats tot in de dertiende eeuw. De christenen kregen Jeruzalem en een deel van Palestina eventjes in handen, maar uiteindelijk veroverden de moslims het weer.
Wat moet je leren om een ridder te zijn?
Wat je allemaal moet leren: bedienen aan tafel, harnas en wapens poetsen, paard verzorgen en rijden, tuig schoonmaken en invetten, lezen en schrijven, paardrijden en vechten, dansen en zingen, schaken en een gesprek voeren, een ridder in en uit zijn harnas helpen.