Inhoudsopgave
Wat doen horigen?
Betekenis van het begrip horige en horigheid In de Middeleeuwen bestond er een sociaaleconomisch stelsel, het zogenoemde hofstelsel, waarbij er halfvrije boeren waren. Deze boeren worden ook wel horige boeren, cijnsboeren of lijfeigenen genoemd.
Hoe leefden de boeren in de middeleeuwen?
In het begin van de Middeleeuwen waren dat vooral horigen, onvrije boeren. Ze woonden in kleine boerderijen die ze zelf bouwden van hout, takken en leem. Beesten en mensen leefden vaak in één ruimte. Horigen moesten de landheren gehoorzamen en mochten het land niet verlaten.
Hoe werkt het feodale systeem?
Het leenstelsel wordt ook vaak feodalisme , of feodaal stelsel genoemd, wat verwijst naar het Latijnse ‘feudum’, wat ‘leen’ betekent. De leenmannen, ook wel vazallen genoemd, zwoeren trouw aan hun leenheer, in ruil voor het land dat zij mochten beheren gaven ze de koning goede raad en hielpen hem als er oorlog was.
Wat is het verschil tussen horigen en slaven?
Horigheid is geen slavernij; horigen zijn niet het persoonlijk bezit van een heer/eigenaar; ze ‘horen’ bij een stuk grond en hebben bepaalde plichten (belasting en herendiensten) ten opzichte van hun heer/de grondeigenaar. Hun voornaamste onvrijheid is dat zij niet mochten verhuizen en ‘hun’ grond moesten bewerken.
Hoe ontstaan feodale verhoudingen?
Toen de Karolingers steeds meer grondgebied verwierven / veroverden, kregen zij problemen met het bestuur van hun rijk. Zeker toen er een militaire dreiging vanuit het zuiden kwam. Karel Martel besloot vervolgens vazallen aan te stellen die grondgebied kregen in ruil voor soldaten te paard (=ridders).
Wat zijn horigen geschiedenis?
Horigen waren in de Middeleeuwen de armste mensen. Ze waren het laagste in de maatschappij. Het waren arme boeren en werklieden die een stukje land van een rijke adellijke kasteelheer pachten. Dat gebied mochten zij bewonen, in ruil voor een deel van hun oogst dat zij aan hun landheer afstonden ieder jaar.
Welke recht hadden horigen?
Horigen waren geen eigenaar van hun grond en gebouwen, de zogenaamde horigenhoeven, maar ze hadden hierover bepaalde gebruiksrechten. In ruil daarvoor hadden ze verplichtingen die konden bestaan uit het afdragen van een deel van de oogst en het verlenen van herendiensten (hand-en-spandiensten).