Inhoudsopgave
Wat is er aan de hand bij een verhoogde bloedingsneiging?
Er zijn de bloedplaatjes, die bij een bloeding aan elkaar kleven en zo een stolsel vormen. Daarnaast maakt ons lichaam stollingseiwitten (stollingsfactoren) aan, die een bloedstolsel steviger maken en het stollingsproces versnellen. Bij een verhoogde bloedingsneiging loopt er ergens in het stollingsproces iets mis.
Wat zijn de symptomen als je bloed te dun is?
Tandvlees dat veel of langer bloedt dan normaal, spontane neusbloedingen, wondjes die blijven bloeden, het spontaan optreden van grote blauwe plekken na een kleine stoot of een onzachte aanraking zijn mogelijk tekenen dat je bloed ’te dun’ is.
Wat is Bloedstollingsstoornis?
Een stollingsstoornis is een bloedziekte waarbij het bloed niet (goed) stolt. Mensen met een stollingsstoornis hebben daardoor een verhoogde bloedingsneiging, dat betekent dat ze meer kans hebben op een bloeding. Bijvoorbeeld blauwe plekken en tandvlees- en slijmvliesbloedingen.
Wat is een uitwendige bloeding?
Een uitwendige bloeding betekent bloedverlies uit een wond of een lichaamsopening, zoals de neus of de anus ( aambeien). Inwendige bloedingen ontstaan in organen of lichaamsholtes. Voorbeelden daarvan zijn de schedel en de buikholte.
Is er sprake van inwendige bloeding?
Daarnaast is er ook vaak sprake van pijn. Bij een inwendige bloeding is er geen bloed zichtbaar, maar je kunt het wel herkennen aan de volgende symptomen: Pijn. Misselijkheid. Braken. Zwelling. In het geval van ernstig veel bloedverlies kun je tekenen van shock krijgen: Onrust. Bewustzijnsstoornissen.
Wat is het bloedverlies bij een bloeding?
Het bloedverlies is immers groot. Bovendien is het gesloten systeem van de bloedsomloop in het geding en treedt er acuut drukverval op. Bij een bloeding moet de slagader langdurig worden dichtgedrukt. Vaak is chirurgisch ingrijpen vereist, waarbij de arterie wordt dichtgebonden, gehecht of dichtgeschroeid.
Wat is bloedonderzoek of bloedafname?
Bloedonderzoek of bloedafname gebeurt vaak op aanvraag van de huisarts of specialist. Bloedonderzoek –ook wel bekend als bloedprikken of bloedafname– gebeurt vaak op aanvraag van de huisarts of specialist. Het gehalte aan kalium wordt bepaald om een hypokaliëmie (kaliumtekort) of hyperkaliëmie (kaliumoverschot) vast te stellen.