Waar komt de Gouden Koets te staan?

Waar komt de Gouden Koets te staan?

De koets wordt van juni 2021 tot en met februari 2022 tentoongesteld in het Amsterdam Museum.

Wat is de Gouden Koets waard?

De kosten van de restauratie van de Gouden Koets bedragen 1,2 miljoen euro. Deze kosten zijn opgevangen binnen Begroting I de Koning. De kosten voor de restauratie van de Gouden Koets behoren tot de functionele uitgaven (artikel 2) van de begroting van de Koning.

Van wie is de Gouden Koets?

Op 6 september 1898 schonken de inwoners van Amsterdam de Gouden Koets aan koningin Wilhelmina. Dit naar aanleiding van haar inhuldiging. De koningin wilde deze dag echter geen geschenken ontvangen, waardoor het rijtuig pas een dag later officieel door de nieuwe koningin in ontvangst werd genomen.

Wie is eigenaar van de Gouden Koets?

De Gouden Koets is ook geen eigendom van de Koning, maar is ondergebracht in de Stichting Kroongoederen. Ook andere zaken die behoren bij het Koninklijk ceremonieel, zoals de Koninklijke Kroon, zijn ondergebracht in een stichting. De Gouden Koets staat ten dienste van de Koning.

Wat kosten renovatie Gouden Koets?

De kosten voor de restauratie, zo’n 1,2 miljoen euro, zijn voor rekening van de koning. Vanavond om 20.30 uur zendt de NOS op NPO 2 de documentaire De Gouden Koets uit, waarin de ingewikkelde restauratie op de voet wordt gevolgd. Centraal in de uitzending staan de dilemma’s waarvoor de restauratoren zich gesteld zagen.

Waarom komt de Gouden Koets al 5 jaar niet meer op straat?

Koning Willem-Alexander maakte bekend dat de Gouden Koets voorlopig niet gebruikt zal worden. De Gouden Koets staat na een restauratie van ruim 5 jaar nog tot en met 28 februari in een glazen behuizing op de binnenplaats van het Amsterdam Museum.

Is de Gouden Koets al klaar?

De Gouden Koets zal voorlopig niet worden gebruikt op Prinsjesdag. Dat heeft koning Willem-Alexander donderdagmiddag bekendgemaakt. De koning zegt: „De Gouden Koets zal pas weer kunnen rijden als Nederland daar klaar voor is. En dat is nu niet het geval.”