Hoe controleer je de ademhaling bij stabiele zijligging?

Hoe controleer je de ademhaling bij stabiele zijligging?

Controleer tenminste elke minuut de ademhaling door te kijken, te luisteren en te voelen. Als je je vingers gespreid op iemands borst en rug legt, kun je de ademhaling goed voelen. Controleer 10 seconden lang.

Wat kun je allemaal observeren aan de ademhaling?

Bij mensen die bewusteloos zijn of slapen, kun je de ademhaling observeren door je hand op de borst en buik te leg- gen. Je controleert de ademhaling gedurende een halve of een hele minuut. Je rapporteert over de ademhaling meestal op de temperatuurlijst.

Wat kan er mis gaan bij een stabiele zijligging?

Ofschoon de stabiele zijligging een effectieve manier is om de luchtweg (Airway) vrij te houden, heeft de bij slachtoffers die een ongeval hebben doorgemaakt en waarbij er wervelletsel kan bestaan niet de voorkeur, omdat door de draaiing van nek en rug het wervelletsel kan verergeren.

Hoe controleer je de ademhaling?

Als het slachtoffer normaal ademt, leg je het slachtoffer in stabiele zijligging en controleer je de ademhaling maximaal om de minuut, 10 seconden. Leg daarvoor een hand met gespreide vingers op de bovenbuik net onder de borstkas Je andere hand met gespreide vingers ertegenover op de rug.

Hoe wordt de ademhaling geregeld?

De ademhaling wordt geregeld door het ademhalingscentrum. Dit is een netwerk van zenuwcellen in het onderste deel van de hersenen, de zogeheten hersenstam. Het ademhalingscentrum regelt zowel de start van de in- en uitademingsfasen als de overgang van inademing naar uitademing. De zenuwprikkels die in het ademhalingscentrum binnenkomen,

Hoe lang doe je een ademhaling?

Deze controle doe je maximaal 10 seconden lang. Een volwassen persoon ademt ongeveer 12 tot 16 keer per minuut. Bij een normale ademhaling tel je in 10 seconden dus ongeveer 2 of 3 ademhalingen. Kinderen ademen iets sneller. Controleer niet te kort. Je kunt dan niet goed meten hoe de ademhaling is.

Wat is een ademhalingscentrum?

De ademhaling wordt geregeld door het ademhalingscentrum. Dit is een netwerk van zenuwcellen in het onderste deel van de hersenen, de zogeheten hersenstam. Het ademhalingscentrum regelt zowel de start van de in- en uitademingsfasen als de overgang van inademing naar uitademing.