Hoe werkten slaven?

Hoe werkten slaven?

Slaven moesten luisteren naar hun baas. Meestal moesten ze ontzettend hard werken. Als ze een keer niet deden wat hun baas zei, werden ze geslagen of opgesloten. Slaven hadden weinig of geen rechten.

Wie werkten op de plantages?

Plantagekoloniën. In de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw zijn op grote schaal plantages aangelegd door de Portugezen, Spanjaarden, Engelsen, Fransen, Nederlanders en andere Europeanen in grote delen van het Amerikaanse vasteland (waaronder Suriname) en het gehele Caribisch gebied.

Wat voor plantages had Suriname?

De plantages in Suriname waren van belang voor de productie van rietsuiker en katoen, maar ook voor tropisch hout, indigo en – vanaf 1720 – steeds meer voor koffie- en cacaobonen. De plantage-economie van Suriname zorgde voor belangrijke opbrengsten én aanzienlijke financiële verliezen in de Republiek.

Hoe werden de slaven gevangen?

Slavenhandelaars kochten slaven bij lokale heersers, die vaak krijgsgevangenen, maar niet zelden ook hun eigen burgers aan de handelaars verkochten, of ze gingen op jacht en vingen zelf mensen die vervolgens als slaaf werden beschouwd.

Wat waren de leefomstandigheden van slaven?

Het leven op de plantages is voor de slaven heel slecht. De meesten moeten zwaar werk doen, wel 60 tot 96 uur per week. En altijd is er de zweep voor wie niet hard genoeg zijn best doet volgens de opzichter. De slaven krijgen maar tweemaal per dag te eten: het is niet veel en bijna altijd hetzelfde.

Wie deden het zware werk op de Spaanse plantages?

Eerst werkten gevangen Indianen op de plantages. Zij waren echter slecht bestand tegen de slechte behandeling en het zware werk. Ook Europeanen zelf waren niet geschikt om op de plantages te werken omdat ze slecht tegen de hitte konden. Er werd besloten om slaven in te voeren uit Afrika.

Hoe waren de omstandigheden voor slaven op plantages?

Plantagehouders hadden het liefst slaven die in slavernij waren geboren. De uit Afrika gekomen slaven konden ziektes mee brengen. Ook konden zij niet goed tegen de in Suriname voorkomende ziektes. De neiging om het bos in te vluchten was ook groter bij de nieuwelingen dan bij de als slaaf geborenen.