Inhoudsopgave
Hoe moet je postelein groeien?
postelein zaadjes zijn erg klein en moeten zeer oppervlakkig gezaaid worden. Er moet dus een fijn zaaibed gemaakt worden. Je kunt het beste op de aarde zaaien, dan heel lichtjes inharken en aandrukken. Vervolgens water geven met een fijne broes, anders spoelen de zaadjes meteen weer weg.
Welk seizoen postelein?
Postelein is van half maart tot en met half oktober uit Nederland verkrijgbaar.
Hoe gezond is porselein?
Het is een prima bron van vezels, zeer laag in calorieën, en een goede bron van vitamines en mineralen. Zo bevat het hoge gehaltes van onder meer vitamine C en E, en is het rijk aan magnesium, ijzer en kalium. Daarnaast bevat postelein veel antioxidanten, en is het een bron van omega-3 onverzadigde vetzuren.
Waar kan ik postelein kopen?
De meeste kans maak je bij de groenteboer, bij biologische winkels en vooral op de markt. Tegenwoordig is het echter ook niet ongebruikelijk om postelein bij de grotere supermarkten te zien liggen. Let bij het kopen vooral op de versheid: de stengels en blaadjes moeten sappig, knapperig en fris zijn.
Wie verkoopt postelein?
Postelein kun je bij biologische winkels, de betere supermarkt, en bij diverse groenteboeren kopen van mei tot september. Maar niet iedere supermarkt of groenteboer heeft de groente, dus je moet er wel een beetje geluk mee hebben.
Wat is een posteleingroente?
Postelein is een typische seizoensgroente, die vanaf mei tot september of oktober wordt aangeboden. Het aanbod is vrij schaars, maar toch niet onaanzienlijk in het seizoen.
Waar komt postelein vandaan?
Postelein is een vrij onbekende bladgroente, die oorspronkelijk uit het Midden-Oosten en India afkomstig is. Tegenwoordig is het over vrijwel de hele wereld verspreid: het wordt geteeld in delen van Zuid-Amerika, Azië, de Verenigde Staten, Australië en Europa. Ook in Nederland kan dit plantje groeien.
Wat is een postelein vetplant?
Postelein is een vetplantje. Op warme, droge plaatsen heeft het sterk verdikte stengels en bladeren, maar in Nederland zijn ze meestal vrij dun, hooguit iets vlezig. Vergelijk ook de afbeelding in het begin van dit artikel, van typische Nederlandse supermarktpostelein, met die hieronder, van wilde postelein.